Tijdslimiet eisen schadevergoeding van Suralco en AMS
27 Jan, 06:48
foto


In de Landsverordening van 28 januari 1958 (hierna: "Landsverordening") is geregeld dat men een schadevergoeding kan ontvangen indien er op zijn grond is gemijnd in het kader van de bauxietwinning. Voor gronden waarvoor na de inwerkingtreding van het Decreet Mijnbouw (hierna: "Decreet") concessies waren afgegeven, wordt dat in het Decreet geregeld. Zowel in de Landsverordening als in het Decreet wordt bepaald dat de vordering tot schadevergoeding vijf jaar nadat de eigenaar, erfpachter, huurder of persoon met een ander zakelijk of persoonlijk genotsrecht met de schade bekend is, verjaart.

Op 10 september 2019 is de Wet Schadeloosstelling Bauxietmaatschappijen (hierna: "WSB") in werking getreden. Deze wet heeft als doel een bijzondere regeling te treffen voor de vergoeding van schade aan gronden door de bauxietmaatschappijen Suralco (Suriname Aluminium Company LLC), AMS (N.V. Alcoa Minerals of Suriname) en hun rechtsvoorgangers. Wat bijzonder is aan deze regeling, is dat er rekening is gehouden met de boedelproblematiek en dat het recht op schadevergoeding, indien het nog niet op grond van de Landsverordening of het Decreet is verjaard, in ieder geval vijf jaar na de inwerkingtreding van de WSB op 11 september 2024 verjaart.

De bijzondere regeling met betrekking tot de boedelproblematiek houdt in dat eenieder die aannemelijk kan maken dat hij mede een zakelijk of persoonlijk genotsrecht heeft op gemijnde grond, een vordering kan instellen om tot uitkering van een schadevergoeding te komen. Het is niet nodig dat de erfgenamen gezamenlijk een vordering instellen. De vordering mag door een deel van de erfgenamen worden ingesteld. De schadevergoeding wordt, indien de erfgenamen deels onbekend zijn, in gerechtelijke bewaring bij de Griffie gegeven, totdat de erfgenamen bekend zijn, dan wel totdat er een regeling is gekomen voor de boedelproblematiek.

Monique Watchman

Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May