Column: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 70
06 Nov 2011, 19:15
foto


“He Ron, een van die boys van je in sLands Zelfde Lee-club werd tijdens een discussie over hun luxe-toelage chagerijnig.”
“Ai, da’a mang tak, tak’a schadeloosstelling foe Assemleelid n’a tjikkenfied.”
“A no fied, ma n’a wied, want dat zou naar Trinidad gaan.”
“Zus en zoveel wied naar Trinidiet is geen tjikkenfied, dat is ons lied, zeg dat niet, onze wied gaat tot naar Jamaica, en daar weten ze wat wied is.”
“Nou, dat is ons nieuw exportproduct en zo te zien a kwaliteit f’a spul boeng.”
“Maar het is verboden, het is verderfelijk, het is een drug, het is vergif!”
“Zeur nou niet, want die rommel die wij hier elke week drinken, is echt niet minder schadelijk.”
“Maar het is legaal, omdat het door de blanke man hierheen werd gebracht als zijn drug.”
“Maar in Islamitische landen is alcohol net zo verboden als marihuana en hasjiesj bij ons.”
“En daar kan je juist lekker je waterpijp met hasj roken.”
“Maar wij willen roomser zijn dan de paus. Kan je je herinneren dat er een politie-inspek de scholen afliep om drugsvoorlichting te geven, da’a mang soor ding ptieng a spul en dan rolde hij een drie-paperdjonko, stak die aan en liet dat aan jongens ‘proeven’, om ze zo van die rommel af te houden.”
“Ja, mi sabá tori en eindstand bleek dat die inspek zelf in de drugshandel zat; de zaak escalleerde aan de Surinamestraat bij een zogenaamde inval; één schietpartij daar en onze inspek viel daarbij door de mand als drugshandelaar.”
“Hoe heette die man, dat wil ik wel graag weten.”
“Nee, nee, we zeiden het jou al een vorige keer, je wil teveel tegelijk weten.”
“We zullen je een hint geven: hij had een typische Hollandse achternaam, afgeleid van de meestgebruikte Hollandse jongensvoornaam.”
“Wanneer gaan we onze eerste koffiesjop hier openen, net als in Amsterdam, p’e joe kang smoko vrij.”
“Dien je vergunningsaanvraag maar in, mik ding arresteer’ie.”
“Gaan we ook deze mode uit P’tata klakkeloos overnemen?”
“Hier hoeven we dat spul niet op zolderkamertjes te verbouwen met speciale lampen, zoals in P’tata.”
“Mooi wordt het: alcohol produceren we al, kokka voeren we al door, goud gaat ook goed, nu komt Suriweed erbij.”
“Dalijk ga je ook horen: dat is tjikkenfied.”
“Nou, ze zijn wel mooi massaal op onze DNA-er gesprongen en direct heeft men zijn woorden ‘verkeerd’ geïnterpreteerd.”
“Maar in feite is het waar dat er daar flink wat belastingsgeld getoucheerd en wat krijgen wij, de kiezers, de belastingbetalers, ervoor in de plaats?”
“Inderdaad, mensen wachten al zoveel jaar op een woning, en wat krijgen ze?”
“Omdat we iedereen een huis met een tuin willen geven. Waarom kan een deel van de woningen niet aan elkaar en op elkaar gebouwd worden, zoals in Nederland.”
“Dat is niet onze cultuur, we zijn niet zo gewend te wonen, en we hebben zoveel land, en zo een bouw is niet geschikt voor ons klimaat.”
“Geklets, flutargumenten. Steek de Marowijne over en zie hoe ze al in Saint Laurant op elkaar en aan elkaar wonen, ook in de hoofdstad Cayenne zie je dat.”
“We willen creooltjes, hindostaantjes, marrontjes, Javaantjes en doglaatjes niet te dicht op elkaar laten wonen, ze gaan zich anders te snel met elkaar vermengen.”
“Jij hebt weer teveel gedronken.”
“Of hij heeft ook Suriweed gerookt.”
“Meneer, iemand heeft aan de Keizerstraat, geloof ik, een aantal appartementen op elkaar gebouwd en wilde die verkopen. Wat blijkt? Dat kon niet, want de Surinaamse wet staat dat niet toe.”
“Da san a mang doe.”
“Ai verhuur ding appartement.”
“Ik geloof dit niet. Hebben we zo een achterlijke wetgeving?”
“Hé zuiplap, let op je woorden; onze wetgeving is niet achterlijk. De bal ligt op de speelhelft van degenen die deze wetgeving moeten aanpassen, moeten vernieuwen.”
“Jakkes, dan komen we terug bij Af.”
“Wat bedoel je?”
“We zijn weer bij die tjikkenfeeders beland. Die moeten al deze achterhaalde wetten aanpassen, daarvoor betalen wij ze, maar kijk waarmee ze hun tijd vullen.”
“Jij hebt makkeljk praten, je zit hier achter je borrel te babbelen, je denkt dat dingen zo makkelijk te veranderen zijn.”
“Als de wet wordt aangepast en appartemanten mogen verkocht worden, dan heb je een makkelijke manier gecreëerd om een deel van de woningnood op te vangen.”
“Mensen gaan geen woning op vijf hoog willen kopen.”
“Ik daag je uit; jij hebt een vrij stuk in de stad, je wil er toch een winkelpassage van maken?”
“Ja, maar OW doet moelijk.”
“Vraag aan je Chinese broeders hoe ze OW niet moeilijk laten doen zodat ze links en rechts kunnen bouwen, in woonwijken, tot tegen schuttingen aan.”
“Okay, stel die Tjikkenfeeders van je wijzigen die wet, en stel je krijgt OW aan je kant, dan bouw je direct in staal zes verdiepingen hoog. Verdieping min 1 wordt een parkeergarage, begane grond komen je winkels en verdieping 1,2,3,4 en 5 komen je appartementen, ruim, met drie slaapkamers, mooi balkon, met zwembad en gym op de derde verdieping, jongen, je hebt die appartementen zo verkocht.”
“En met de opbrengst koop je een nieuw terrein, neemt een lening en bouw je weer in staal, de lucht in.”
“Dan heeft EBS geen stroom voor hem, dan zegt SWM dat er niet genoeg water is, dan zegt de brandweer dat het niet brandveilig is, dan zegt de politie…”
“Waarom zoeken jullie altijd problemen? Daarom komen we in dit alnd niet vooruit.”
“Volgens mij moeten we gewoon weer in de bomen aan wonen. Moderne woningbouw is te hoog gegrepen voor ons.”
“Net als het ordenen van het verkeer. Ik was laatst in P’tata, ik zat achter in de wagen bij m’n zwager, sang, ze zeiden me direct: je moet je vastriemen, al zit je achterop.”
“Wat? Heb je dat gedaan?”
“Natuurljk! Je weet toch dat we in het buitenland alle regels volgen die we hier weigeren te volgen? Dus mi riem mi srefi, want m’n zwager zei: als de politie ons aanhoudt, betaalt degene die geen riem aanheeft de boete. Als je zag hoe snel ik mezelf riemde.”
“Parkeerprobleem? Zo opgelost, maar wij willen niet. We weigeren betaald parkeren in te voeren. Ik ben vorig jaar vaker met m’n broer in Amsterdam met openbaar vervoer naar de stad gegaan, want parkeren zou 6 euro per uur kosten.”
“Zie je, zie je? Alleen met keiharde boetes en tarieven kan je die zaak tot orde roepen. Maar kijk hoe lang het duurde voordat bij de vorige regering de verhoogde boetes werden doorgevoerd. Alsof de politie bang was streng op te treden.”
“In plaats daarvan hoe je steeds dat slap verhaaltje: iedereen moet zich aan de verkeersregels houden, iedereen moet zijn verantwoordelijkheid kennen, iedereen moet goed uitkijken.”
“Ja, dan vraag je je af of die trucksjaffeur die een stilstaande bus vol ramt en meters meesleurt en in een goot smijt met mensen en al, zijn verantwoordelijkheid wel kent?”
“Ja, mooi, hij was niet onder invloed, hij had wel rijbewijs, dus: klaar is Kees, het was een ongeluk. Hij had die stilstaande bus niet gezien en hij reed als beladen truck en wel volgens de voorgeschreven snelheid.”
“Ga langs bijvoorbeeld de Coppenamestraat kijken met wat voor snelheid containertrucks tijdens spitsuren rijden en nergens een motoragent die op een strategische plek de boel observeert en meteen ingrijpt. En meteen zwaar beboeten en rijbewijs invorderen.”
“Pas als ze vrouwen en kinderen doodrijden, schreeuwt men moord en brand, maar dan is het al te laat.”
“Hé, rijdt die ene doodrijder intussen weer, je weet toch die z’n mammie inspek zonder rijbewijs naar het werk bracht en met ‘vijfenvijftig’ kilometer per uur twee mensen en een ongeboren baby doodreed en een aantal maanden daarna, intussen wel met rijbewijs, dwars over de middenberm heen een taxi met passagier frontaal aanrijdt.”
“Als elke weggebruiker zich aan de regels houdt en z’n verantwoordeloijkheid kent..”
“He, keba naga theekransjesgekeuvel, ik ga weg, ik kan dit niet meer aanhoren.”
“Je hebt gedronken, zuiplap, skoowtoe kies joe dalijk.”
“No boi, ná tjikkenfied djie mi.”

Rappa
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May