Hofpresident: Vele grondzaken baren ons zorgen

De vele grondzaken die lopen tegen het ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB) leveren de Staat niet alleen heel veel schade op, maar leggen nodeloos een grote werkdruk op de rechterlijke macht. Hofpresident Iwan Rasoelbaks vroeg zich vanmorgen bij de opening van het nieuwe zittingsjaar (2024) van het Hof af of er geen lering wordt getrokken uit de beslissingen en overwegingen in de vonnissen van dergelijke zaken, "zodat dezelfde fouten niet telkens weer worden gemaakt."

Bij veel van de tientallen grondzaken die lopen tegen GBB, is de uitkomst vaak een veroordeling met dwangsommen, die volgens de Hofpresident ook nog verbeuren. Hij pleit ervoor dat er hierop gedegen beleid komt, zodat er geen tot weinig  grondhuur zaken voor de rechter komen. Zoals de situatie er nu voor staat, baart het het Hof grote zorgen.

Rasoelbaks wees er ook op dat huurzaken nog steeds bij de civiele rechter komen, omdat er nog geen spoor is van de huurcommissie die het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting wettelijk moet instellen. Het Hof merkt niks van een goed functionerende huurcommissie, merkte de Hofpresident op. Daarom zal het Hof rechtsgang blijven verlenen in huur-verhuur totdat de Huurcommissie in goed overleg de behandeling van dergelijke zaken overneemt.

De Hofpresident was duidelijk niet te spreken over het nieuw in te stellen college arbeidszaken waarbij het Hof niet is gekend. Arbeidszaken waarbij de dienst Arbeidsinspectie en de ontslagcommissie van het ministerie van Arbeid en Jeugdzaken zijn betrokken, duren bij de civiele rechter tussen de 6 maanden en een jaar.

Rasoelbaks heeft een zwaar hoofd over de doelstelling van het college om meer snelheid te krijgen binnen de rechtspraak. "Ik kan u nu reeds verzekeren dat versnelling van arbeidszaken met instelling van het college van arbeidszaken niet het gewenste resultaat zal sorteren omdat een samengestelde kamer met drie rechters langer neemt voor behandeling en besluitvorming dan de unus judex."