Reactie op 'ons koloniaal verleden'
18 Aug, 12:50
foto


Hoe te reageren op een ingezonden stuk dat vol ongerijmdheden staat? Dit vroeg ik mij af toen ik het stuk van 'ons koloniaal verleden' van Robby Roeplall in Starnieuws 13 augustus las. Ik had natuurlijk kunnen kiezen om het stuk te negeren. In plaats daarvan kies ik voor een pedagogische opdracht waarin ik Roeplall wijs op zijn ongerijmdheden en discriminatoire opmerkingen in de hoop dat hij hiervan leert.

Roeplall begint met een kort verslag van zijn bezoek aan Mauritius. Dat bezoek zou hem hebben geïnspireerd tot het schrijven van zijn stuk. Roeplall is onderweg de draad kwijtgeraakt. Zijn stuk gaat over de excuses die de Nederlandse staat heeft aangeboden voor zijn slavernijverleden.
Deze excuses zouden niet spontaan zijn gekomen, maar na lang aandringen van bepaalde groepen. Mijn vraag is wat erop tegen is om een staat op zijn morele verplichtingen te wijzen om excuses aan te bieden voor deze misdaad tegen de menselijkheid? Roeplall vraagt 'welke waarde deze excuses nog hebben!' Dat zou hij moeten vragen aan de nakomelingen van de tot slaafgemaakten. De ontroering, blijdschap en opluchting van sommigen na de excuses van Rutte en de excuses en de vraag om vergiffenis van Willem Alexander, spreken boekdelen.

Volgens Roeplall zouden onderzoekers met een Koerdisch-Iraakse achtergrond samen met de ex-kolonisator aan deze gang van zaken hebben meegewerkt. Dit is de meest potsierlijke bewering in Roeplalls betoog. Kennelijk zijn deze onderzoekers zo exotisch dat zij wel aparte vermelding verdienen. Wie zijn die onderzoekers van Koerdisch-Iraakse afkomst? Kom op Robby: onthul hun namen!

Nederlandse kabinetten hebben jarenlang geweigerd excuses aan te bieden uit angst voor financiële claims. Ex-premier Rutte, een van de Nederlandse gezagsdragers die excuses lang heeft weggewuifd, is naar eigen zeggen, overstag gegaan toen Sylvana Simons in de Tweede Kamer vertelde dat in haar familie het slavernijverleden helemaal niet ver weg was, en dat zij nog steeds praten over de oma van haar moeder die nog in slavernij had geleefd.

Roeplall vindt het jammer dat degenen die decennialang hebben aangedrongen op excuses, niet hebben samengewerkt met de andere etnische groepen in Suriname en in het buitenland. Samenwerking tussen groepen is afhankelijk van het doel, solidariteit en de wil daartoe. En dat zijn precies de zaken die ontbreken in de Surinaams-Nederlandse gemeenschap. De verschillende bevolkingsgroepen zijn nogal op zichzelf, zij zijn met weinigen aanwezig op elkaars hoogtijdagen en lijken elkaar niet nodig te hebben. Het gebrek aan solidariteit kwam pregnant naar voren tijdens de Black Lives Matter demonstraties van 2020. De massa bestond vooral uit Afro- en creoolse Surinamers, witte Nederlanders (en waarschijnlijk personen met een Iraaks-Koerdisch achtergrond). De ‘afwezigheid’ van andere Surinaams-Nederlandse bevolkingsgroepen bracht Rajiv Bhagwanbali er onder andere toe om zich in een documentaire af te vragen waarom er zo weinig personen van Hindostaans-Surinaamse afkomst aanwezig waren.  

Ter verklaring hiervan komt Roeplall uit op het cliché van de voortzetting in het heden van de verdeel- en heerspolitiek van de kolonisatoren. In plaats van te jammeren over de uitsluiting hadden andere  Surinaams-Nederlandse bevolkingsgroepen actieve samenwerking kunnen zoeken bij de beweging die ijverde voor excuses voor het slavernijverleden en te trachten de behandeling van de contractarbeiders ook onder de aandacht van het Nederlandse publiek te brengen. Ik denk dat de meesten vonden dat die blakaman niet zo moesten zeuren over iets van zo lang geleden. En, waarom samenwerking met groepen die Roeplall 'sterk verbasterd (sic) noemt', die altijd willen domineren en weigeren hun eigen discriminatoir gedrag te erkennen. Zo een groep kan toch nooit als verankeringspunt (Ik denk dat R. hier ankerpunt bedoelt) dienen voor de vooruitgang voor andere groepen?

Volgens Roeplall heeft het geen enkele waarde om de mensenrechtenschendingen begaan bij de ene etnische groep te vergelijken met die van een andere groep, waarbij abjecte, emotionele en ook opportunistische argumenten een rol zouden spelen. Dit staat haaks op zijn verwijt over het gebrek aan samenwerking. Dat zou de andere groepen medeplichtig maken aan het naar voren brengen van even 'abjecte, emotionele en ook opportunistische argumenten.' Gelukkig zijn zij daar verre van gebleven!

Roeplall predikt samenwerking (verbinding). De ongerijmdheden, zijn discriminatoire taalgebruik en de ondoordachte zinnen in zijn warrige stuk, leiden slechts tot hoongelach en verdeeldheid.

John Schuster

Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May