Kinderen die niet geslaagd zijn voor het Algemeen Vormend Onderwijs (AVO) zijn verplicht om naar het Beroepsonderwijs (BGO) te gaan. Ze worden na hun uitslag onmiddellijk afgeschreven van de school. Het schooladvies wordt niet met de ouders besproken maar aan hen medegedeeld. De ouders hebben geen inbreng in het advies. De instructies van het ministerie zijn duidelijk. Alle leerlingen die het AVO niet hebben gehaald moeten worden afgeschreven. 

Vanaf het begin van het schooljaar waren de leerstof en de leerdoelen niet bekend bij de leerkrachten en zeker niet bij de leerlingen en hun ouders. Maar die tellen nu keihard mee in het studieprofiel en de rapportfolio van het kind. Wat het gewicht is van deze twee onderdelen bij het bepalen van het eindresultaat is niet bekend. Ook de examenresultaten tellen mee. Wat niet meetelt is het resultaat van de examenmarkt. Dat wordt alleen meegenomen bij het bepalen van de richting. Kortom de voorwaarden om een bepaald profiel van het AVO te halen was niet bekend en zeker ook niet de snode plannen van het ministerie om kinderen van 13 en 14 jaar naar een Beroepsonderwijs te sturen.

Dit walgelijke en afkeurenswaardig beleid wordt door het ministerie gevoerd zonder een wettelijke basis. Laat het duidelijk zijn dat dit nieuwe systeem geen wettelijke dekking heeft. De toetsing van de leerlingen op deze manier is ook niet bij wet geregeld. Het is dan verbazingwekkend dat De Nationale Assemblee de minister niet ter verantwoording oproept, om het beleid te verantwoorden  terwijl het onderwijs instort.

De minister heeft in verschillende interviews benadrukt dat de toets van het 10e leerjaar geen selectietoets is. Nu blijkt dat wel het geval te zijn. De praktijkexamen is nooit afgenomen als de zijn richtingbepalend, maar meer om de kennis te toetsen die het kind heeft opgedaan over het schooljaar. Nu blijkt dat het degelijk richtingbepalend is.

Erger nog kon geen van de directieleden van het ministerie, tijdens de infosessie van 11 augustus jl., de bezorgde ouders concrete antwoorden geven op de gestelde vragen. Het was beschamend om ze een systeem horen uitleggen en verdedigen dat slechts op papier is uitgewerkt. De voorbereiding is nog niet eens rond, het curriculum (voor leerjaar 11 en 12) is nog niet eens uitgewerkt, maar ad hoc besluiten worden van achter het bureau genomen, met alle nare gevolgen van dien.

Schoolvervoer voor leerlingen is niet optimaal geregeld, niet alle profielen van het AVO komen op alle scholen voor. Leerlingen worden hier en daar verwezen (zonder rekening te houden met de afstand), de kinderen die verwezen zijn naar het Beroepsonderwijs zijn nog niet ingeschreven, bepaalde ouders zijn naar inspectie verwezen, anderen moeten weer een brief richten naar de klachtencommissie, niemand weet wat morgen zal gebeuren, iedereen wacht op instructies; het is gewoon chaos. Zienderogen wordt het onderwijs vernietigd.

Mulo en LBO waren opgeheven. De kinderen stromen door. Zonder vooraf de leerlingen, leerkrachten en de ouders te informeren, zijn voorwaarden gesteld en een selectie gepleegd in het 10e leerjaar.  Informatie en uitleg wordt nu, na de selectie doorgegeven aan de leerlingen en hun ouders. Het sturen van zulke jonge kinderen naar een Beroepsonderwijs, is nooit besproken. Ondeskundige besluiten worden genomen ten koste van het kind.

Juist de kinderen die wat extra begeleiding nodig hebben en volgens het nieuwe systeem meer kansen zouden krijgen worden op een gruwelijke en kind-onvriendelijke  manier uit het systeem gefilterd. Het ministerie is zo barbaars dat er geen kans wordt gegeven aan een kind om het schooljaar opnieuw te doen. Onderwijs is grof bezig de leerlingen  te benadelen. Welk beroepsonderwijs zal een kind van 13 of 14 jaar volgen?

Erger nog is er maar één school die aansluit bij de vroegere LBO en dat is het IMEAO. Niet eens een fractie van de opleiding die de leerlingen zijn voorgehouden kan gevolgd worden op deze school. De leerlingen gaan ook niet kunnen overschakelen, want die  mogelijkheid is er niet. 

De politieke functionarissen voelen zich in hun eer en ego gekwetst om de fouten te erkennen en  te corrigeren, te evalueren en herstellen waar het niet goed gaat en desnoods het temporiseren van dit systeem. Indien ouders de rechter adiëren en het ministerie uitdagen om uit te leggen op basis van welke wettelijke regeling hun kinderen zijn getoetst, heeft het ministerie een groot probleem.

De regering zal een probleem hebben wanneer deze ouders besluiten om de regering bij de komende verkiezingen af te schrijven.