Samenwerking Suriname en Nederland wordt voortgezet

De voortzetting van de bilaterale relatie van Suriname en Nederland, na de veranderde politieke situatie in Nederland, was onderwerp van gesprek tussen president Chan Santokhi en de Nederlandse premier Mark Rutte. De ontmoeting was dinsdag, in de marge van de EU-CELAC Summit 2023. Santokhi benadrukte dat de relatie tussen beide landen ongestoord voortgang zal hebben.

De samenwerking met het Koninkrijk der Nederlanden is volgens Santokhi gericht op het behoud van democratie, veiligheid en sociaaleconomische vooruitgang van Suriname. Hij gaf aan dat er voortgang moet plaatsvinden van hetgeen is afgesproken over het vervolgtraject na de excuses voor het slavernijverleden.

Santokhi heeft Rutte geïnformeerd over het pad dat Suriname in de komende weken wil uitzetten, namelijk om via de clusterministers kwesties betreffende het koloniale verleden in kaart te brengen. Er is ook gesproken over de aandacht die er bestaat binnen de EU en het Caribisch gebied voor het initiatief van Nederland om excuses aan te bieden. Regionale regeringsleiders zullen hierover nog bij elkaar komen, meldt de Communicatie Dienst Suriname (CDS).  

Nederland biedt binnen het Makandra-project, dat als een coördinatiemechanisme dient, technische bijstand aan Suriname. Santokhi en Rutte hebben zich verder uitgelaten over uitbreiding van de beschikbare fondsen, om continuering van de technische bijstand te garanderen. Er zijn afspraken gemaakt over de uitbreiding van het aantal terreinen, waarop samenwerking mogelijk is. Het gaat dan om energie, onderwijs, justitie en politie en defensie. Er zal er ook gekeken worden naar nieuwe terreinen van samenwerking zoals transport, luchtvaart en toerisme.

De problematiek van passagiers die via Nederland richting Suriname komen, maar geen gebruik kunnen maken van een KLM-vlucht, ondanks het feit dat zij over de nodige documenten beschikken, is aan de orde gekomen. Deze situatie bezorgt voornamelijk passagiers uit het bedrijfsleven veel ongemak. Afgesproken is dat er een hoge consulaire ambtenaar naar Suriname afreist om deze kwestie te bespreken, schrijft de CDS.