Colombia: Wapenstilstand laatste actieve rebellengroep

De regering van Colombia en de laatste actieve rebellengroep van het land zijn een wapenstilstand overeengekomen - hun laatste stap op weg naar vrede na bijna 60 jaar conflict. Het Nationale Bevrijdingsleger (ELN) zei dat het vanaf donderdag zou stoppen met vechten, vooruitlopend op een volledig staakt-het-vuren in augustus.

De minister van Defensie van Colombia bevestigde dat de strijdkrachten vanaf dat moment ook zouden worden opgedragen offensieven te stoppen.

Het ELN zei echter dat het zich zou verdedigen tegen aanvallen van het leger of andere gewapende groepen.

De aankondiging komt nadat vorige week een staakt-het-vuren voor zes maanden was overeengekomen. Deze gaat op 3 augustus in.

Als het standhoudt, zou het de langste stop zijn in het conflict waarmee het ELN heeft ingestemd sinds het voor het eerst de wapens opnam tegen de Colombiaanse staat in 1964.

Maar er is scepsis over het slagen. ELN-leden doodden drie politieagenten in het noordoosten van Colombia op de dag dat het staakt-het-vuren werd aangekondigd. En een week eerder doodden regeringstroepen zes soldaten van de groep in het oosten van het land.

De Colombiaanse president Gustavo Petro - zelf een voormalig lid van de inmiddels ter ziele gegane rebellengroep M-19 - beloofde tijdens zijn presidentschap, toen hij vorig jaar aan de macht kwam, "totale vrede" in het land te brengen.

Volgens lokale media moet hij het staakt-het-vuren nog ondertekenen.

De guerrillagroep en de Colombiaanse staat zullen vanaf augustus hun vredesonderhandelingen in Venezuela voortzetten.

Eerdere onderhandelingen met het ELN als onderdeel van de historische vredesovereenkomst uit 2016 met de grotere rebellengroep Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia (Farc) zijn mislukt.

Die deal was soms wankel, maar maakte toch een einde aan het langste guerrillaconflict in Amerika.

Het ELN heeft duizenden leden en wordt ervan beschuldigd fondsen te verwerven via drugshandel en illegale mijnbouw.

Humanitaire groeperingen hebben gezegd dat duizenden mensen gedwongen zijn hun huizen te verlaten vanwege gevechten om grondgebied tussen gewapende groepen zoals het ELN.