Zaak inbeslagname 19,5 miljoen euro opnieuw in behandeling
27 Jun, 10:00
foto


De zaak rond de inbeslagname van de 19,5 miljoen euro van drie handelsbanken blijft zich voortslepen. Hoewel het erop leek dat er licht in de tunnel was, is deze kwestie nu verwezen naar het gerechtshof Den Haag om opnieuw behandeld te worden. De beslissing van het gerechtshof Amsterdam van 10 januari 2023 tot opheffing van het (strafvorderlijk) beslag op een geldtransport blijft niet in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.

Op 17 april 2018 heeft de Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst (FIOD) een geldzending van bijna 19,5 miljoen euro inbeslaggenomen wegens verdenking van witwassen. Het geld is eigendom van De Surinaamse Bank, Hakrinbank en de Finabank. Het geld is getransporteerd via de Centrale Bank van Suriname en werd in beslag genomen in Amsterdam.

Het Amsterdamse hof verklaarde (nadat de Hoge Raad een eerdere rechterlijke beslissing tot teruggave van het beslag had vernietigd) het beklag van de drie handelsbanken opnieuw gegrond.  Ruim vierenhalf jaar na de inbeslagneming is de interstatelijke samenwerking tussen Suriname en Nederland volledig tot stilstand gekomen en het niet aannemelijk is dat de Surinaamse autoriteiten alsnog uitvoering zullen geven aan het rechtshulpverzoek van het Openbaar Ministerie (OM) aan Suriname, stelt het Amsterdamse hof.

Ook ontbreekt volgens het hof concrete informatie voor het antwoord op de vraag of en wanneer er strafzaken zullen worden aangebracht tegen de handelsbanken of andere verdachten. Het hof gelastte daarom teruggave van het geld aan deze drie banken. Het OM stelde opnieuw beroep in cassatie in bij de Hoge Raad.

De Hoge Raad oordeelt dat het hof zijn beslissing onvoldoende heeft gemotiveerd. Het hof is namelijk niet ingegaan op de stelling van het OM bij de behandeling van het klaagschrift dat, gelet op de al verkregen resultaten van het strafrechtelijke onderzoek en het daarbij gerezen vermoeden van witwassen, de uitvoering van de gevraagde rechtshulp door de Surinaamse autoriteiten geen noodzakelijke voorwaarde is voor het daadwerkelijk voor de rechter brengen van de handelsbanken of andere verdachten.

De Hoge Raad vernietigt daarom de beslissing van het hof en verwijst de zaak naar het gerechtshof Den Haag om opnieuw te worden behandeld en beoordeeld.
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May