DIN 2.0 nieuwe ronde, nieuwe kansen(?)
25 Jun, 16:20
foto


Terugkijkend op de 3-jarige regeerperiode onder president Santokhi, is tijdens de evaluatie bijzonder veel aandacht besteed aan opgeloste vraagstukken. De tastbare resultaten per district zijn uitgebreid vermeld in een boek Opwaarts en Voorwaarts Suriname, uitgegeven door de regering. Aan het onderdeel “waar gaan we in de tweede helft van de regeertermijn heen” is jammer genoeg slechts een half A4tje gewijd. Daarin ontbreekt een conclusie en samenvatting van geleerde lessen: moet het regeringsroer worden omgegooid, welke zaken moeten (nog) worden verbeterd, door wie en hoe?

In de resterende regeringsperiode wordt gemeld dat nog hard zal worden gewerkt aan vernieuwing, verbetering en versterking van Suriname. Een kritische noot: de geschiedenis leert dat in het laatste (verkiezings)jaar vooral heel veel tijd besteed wordt aan de verkiezingscampagnes. Laten we hopen dat de aandacht voor het regeren zelf in die periode niet verslapt.

Voor verdere economische ontwikkeling is in potentie een belangrijke rol weggelegd voor diaspora. Zij kunnen meer betekenen dan alleen het verwerven van fondsen en geld overmaken. Het ultieme doel is ontwikkelingsresultaten te verbeteren en bij te dragen aan de hoeveelheid ervaring en deskundigheid, bevorderen van directe buitenlandse investeringen, bedrijven opzetten en ondernemerschap stimuleren. Samenwerkend met respect en integriteit, heldere regels, goed toezicht en wederzijds vertrouwen.

De potentiële rol van Diaspora Instituut Nederland (DIN) is groot, zo blijkt nu de President zelf de herstart van DIN 2.0 onder verantwoordelijkheid van zijn eigen Kabinet heeft geplaatst. Er is helaas tijd verloren gegaan door de opschorting van DIN 1.0, die ondanks diverse initiatieven niet tot volle wasdom groeide. Des te belangrijker om nu ook daar te kijken naar de geleerde lessen uit die eerste periode.

Hoe leidt de hernieuwde start van DIN tot succes? Om te beginnen:
– Een goed buitenlandbeleid voor diverse domeinen opzetten.
– Heldere ontwikkelingsvisie met een prioritering t.a.v. de meest urgente vraagstukken (waterbeheer, armoedebestrijding, koopkrachtversterking, gezondheidszorg en onderwijs) te formuleren.
– Het zoeken naar de juiste verbindingen met lokale bestuurders en andere stakeholders in Suriname.
– Uitwerken, organiseren en concretiseren van de (hulp)vraagstukken tot feitelijke stappen richting implementatie, inclusief onderzoeken van middelen.

Beleid en visie is van belang voor de richting en lange termijn. Dit bij voorkeur zonder ambtelijke 'slakkengang' en trage aanloop, want daarmee gaat kostbare tijd verloren. Het is belangrijk oog te houden voor kleine initiatieven die een groot verschil kunnen maken en in korte tijd goed kunnen worden opgezet en uitgerold. Als voorbeeld zien we nu in vlot tempo een scholenproject van de grond komen, als mijlpaal voor de DIN 2.0.

De DIN kan een toegankelijk portaal vormen voor de kleinere individuele initiatieven die zonder bemiddeling van de DIN tussen de molenstenen van de ambtenarij niet van de grond komen. Door contacten te leggen met de juiste mensen kunnen waardevolle ideeën worden ondersteund. Zonder dergelijke steun is er nauwelijks progressie mogelijk, zo leerde de ervaring. Er lijkt binnen Suriname/bij bestuurders nog steeds weinig oog te zijn voor mogelijkheden die diaspora kan bieden. Onverschilligheid, onkunde en onbekendheid stagneert zo elk initiatief en ontwikkeling. Het zou de moeite waard zijn om te onderzoeken hoe diasporaorganisaties in bijvoorbeeld Afrikaanse en Aziatische landen tot succesvol resultaat komen. 

De steun die de President nu aan DIN heeft toegezegd duurt formeel tot het einde van deze regeringsperiode, het is alleen niet helder hoe dit daarna wordt vervolgd. Dat is een (te) smalle en wankele basis voor de toekomst en kan mijns inziens een probleem vormen voor de continuïteit van het instituut en lopende projecten. Het is aan te bevelen om:
– De huidige opbouw van en steun aan de DIN met wet- en regelgeving vast te leggen en te borgen, inclusief budget voor de interne organisatie. Daarmee wordt ook gegarandeerd dat DIN als instituut en haar netwerk van waarde blijft.
– Te zorgen voor verankering van een erkende 'Diasporadiplomatie' (als bruggenbouwer) binnen een ministerie/eigen directoraat.
– Te zorgen voor open verbindingen met gelijkwaardige diasporapartnerschappen en te streven naar samenwerking om gezamenlijke doelen te bereiken (transparante counterparts).
– Een uitvoeringsstrategie op te zetten waarbij zowel de DIN, overheidsinstellingen als andere belanghebbenden zijn betrokken met aandacht voor versterking van de capaciteit.

Ik hoop dat de cruciale rol van onze diasporagroepen blijvend wordt erkend en wordt gestimuleerd om zo de mogelijkheden en knowhow die zij in potentie kunnen genereren maximaal te benutten.

T. Sansaar

Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May