Kanape zei dat de toerismesector onderworpen moet worden aan regelgeving. Hij stond stil bij de discussie over de leden van de raad van toezicht. Veel volksvertegenwoordigers zijn het oneens mee dat de overheid zoveel leden had in de raad. De samenstelling is nu gesteld op tenminste 5 en ten hoogste 7 leden onder wie 2 namens het ministerie van Transport, Communicatie en Toerisme, 1 van Regionale Ontwikkeling en Sport, 1 van de accommodatie sector, 1 van de transportsector, 1 van de touroperators en 1 lid namens een wetenschappelijk instituut.

Kanape deelde mee dat de decentralisatiegedachte is meegenomen in de taken en bevoegdheden van de STA. “Uiteindelijke moeten de districten middelen kunnen genereren. Nu zijn er heel veel activiteiten in districten met betrekking tot toerisme waarbij ze middelen mislopen”, concludeerde Kanape. De mogelijkheid wordt gecreëerd om niet alleen geld te innen, maar ook data te genereren van activiteiten en deze te coördineren. Voor de financiële decentralisatie is akkoord gegaan met het invoeren van een 2% fee, maar er moet nog gekeken worden hoe deze fee uitvoerbaar te maken. Jennifer Vreedzaam (NDP) gaf aan dat de meeste toeristische plekken in Para liggen in dorpsgemeenschappen en plantages. Zij haalde aan dat binnen deze gebieden bepaalde gewoonterechten zijn die moeten worden meegenomen in het strategisch toerismeplan.

Etnel voerde aan dat de wijze waarop er wordt omgegaan met de rechten van Inheemsen en Tribale volkeren belangrijk is als het gaat om de toerismesector. “Er is veel gesproken over decentralisatie, maar ik zie dat niet echt terugkomen in de wet”. Etnel stelde voor om bij financiële decentralisatie mee te nemen dat dit conform richtlijnen van de Comptabiliteitswet en het Staatsbesluit moet geschieden. Zij merkte op dat toezicht vaak niet in lijn wordt gebracht met controle. “Hoe gaan we de controle doen?”, vroeg Etnel. Ze stelde voor om de Rekenkamer of CLAD als instituut aan te om toezicht te houden op de besteding van de middelen door de STA. Melvin Bouva (NDP) ondersteunde dit en merkte op dat verantwoording afgelegd moet worden over elke cent.

Mahinder Jogi (VHP) wilde weten hoe de middelen uit het districtenfonds gebruikt worden. “Wie houdt toezicht? Wie keurt goed? Mogen we een overzicht van wat allemaal gekomen is in de fondsen? Wat is de opbouw? Wat is uitgegeven? Waarvoor is het uitgegeven en wiens toestemming?”, wilde hij weten. Etnel stelde ook voor dat twee jaar na inwerkingtreding van de wet er een evaluatie komt door de minister waarna de uitkomst besproken wordt met DNA met als doel de wet te versterken. Zij wees het belang van het evalueren van wetten.

DNA-voorzitter Marinus Bee gaf hierna aan dat het parlement bezig met de Tweede Kamer van Nederland om een afdeling Wetgevingsbrieven op te zetten waar alle wetten en de werking ervan in de praktijk worden geëvalueerd. Bouva juichte de mededeling toe en vroeg om de evaluatiemomenten van de minister te benoemen in de wet. Ebu Jones (NDP) had vooral opmerkingen over de definitie van toerisme. Volgens hem wordt in de definitie de doelgroep beperkt met het woord het bezoeken van bezienswaardige plekken, omdat toeristen volgens hem ook mensen zijn die bijvoorbeeld om gezondheidsredenen komen.

Mede initiatiefnemer Van Samson vroeg om de komst van toeristen naar Suriname niet te bestempelen als een destinatie. Deze moeten niet gekoppeld worden aan een destinatie, omdat mensen niet alleen gaan naar een bestemming. In tegenstelling tot Jones is Van Samson van mening dat de definitie van toerist beperkt moet worden tot mensen die komen voor genot. Over de rechten van Inheemsen en Tribale volkeren vroeg Van Samson dat de cultuur en gewoonte van de gemeenschappen niet alleen gerespecteerd worden, maar geïntegreerd worden in het beleid waarbij hun leefwijze bezienswaardig wordt. Ronny Aloema (VHP) wees op de nieuwe veerboot met Frans-Guyana die maar niet kan varen. Ook wees hij op vervuiling van het binnenland door illegale goudwinning met kwik wat niet bevorderend is voor toerisme.