OPEC+ besluit doet olieprijzen en -voorraden stijgen

De olieprijzen zijn vandaag, maandag, gestegen nadat Saudi-Arabië en andere OPEC+-producenten een verrassende verlaging van hun productiedoelstelling aankondigden, een besluit die door de aandelenmarkten golfde, hoewel de dollar er niet in slaagde zijn vroege stijgingen vast te houden.

Brent-futures op ruwe olie leken klaar voor de grootste dagelijkse procentuele winst in ongeveer een jaar, met een stijging van 5,77% tot US$ 84,52 per vat op het nieuws dat OPEC+ ernaar zou streven de productie met ongeveer 1,16 miljoen vaten per dag te verminderen. Amerikaanse ruwe olie steeg met 6,22% tot US$ 80,38.

Goldman Sachs verhoogde zijn voorspelling voor Brent tot US$ 95 per vat tegen het einde van het jaar en tot US$100 voor 2024 na de wijziging van de olie-output, die zondag werd aangekondigd. De aankondiging kwam een dag voor een virtuele bijeenkomst van een OPEC+ ministerieel panel waarin ook Saudi-Arabië en Rusland zitten.

"Ik denk dat de alliantie ervoor wil zorgen dat olie overschotten zich niet uitstrekken tot in de tweede helft van 2023, omdat ze weten dat de meeste economische zwakte dan zal komen", zegt Samy Chaar, hoofdeconoom bij Lombard Odier. "Het is gewoon een indicatie dat de wereldeconomie vertraagt, wat niet noodzakelijkerwijs slecht nieuws is, want het is vooral een zelfveroorzaakte vertraging geleid door de VS en Europa om ervoor te zorgen dat de inflatie dichter bij het doel wordt gebracht."

Centrale banken hebben het afgelopen jaar de rente snel verhoogd in een poging de ongebreidelde inflatie onder controle te krijgen.

De beweging van de olieproducenten verspreidde zich via de aandelenmarkten. De grote oliemaatschappijen BP, Shell, TotalEnergies en Eni stegen allemaal met meer dan 4%, waardoor de European Oil & Gas-index met 3,9% steeg op weg naar de grootste eendaagse winst sinds november.

Energiegevoelige aandelen daalden, waaronder luchtvaartmaatschappijen zoals IAG, het moederbedrijf van British Airways, en lagekostenmaatschappij Wizz Air, terwijl technologieaandelen, die het moeilijk hebben in een omgeving met hogere tarieven, ook wat terrein verloren, omdat de markten zagen dat hogere olieprijzen leidden tot stickerinflatie, en, rentetarieven voor een langere periode hoger maken.

Rentetarieven
De zet van OPEC+ speelde zich in ieder geval in eerste instantie ook af op de valuta- en rentemarkten, omdat het volgens ING FX-strateeg Francesco Pesole "de vrees had aangewakkerd dat inflatie een langduriger probleem voor centrale banken zal blijken te zijn".

"De ultravolatiele marktprijzen voor het rentepad van de Fed zullen opnieuw een van de meest getroffen worden", voegde hij eraan toe.

Het rendement op Amerikaanse staatsobligaties met een looptijd van twee jaar steeg maar liefst met 7,7 basispunten, voordat het op de dag terugviel om iets hoger te worden verhandeld op 4,0895%, terwijl de Fed-fondsfutures de verwachtingen voor renteverlagingen later in het jaar naar beneden bijstelden.

De markt verhoogde de kans dat de Federal Reserve de rente in mei zou verhogen met een kwart punt, met een kans van ongeveer 60% volgens de Fedwatch-tool van de CME, tegen een kans van 48% op vrijdag.

Dat hielp de dollar op zijn beurt met maar liefst 0,7% ten opzichte van de Japanse yen, voordat hij terugviel naar een vlakke koers op 132,98. De stijging van de olieprijzen is slecht nieuws voor de handelsbalans van Japan, aangezien het land het grootste deel van zijn energie importeert, terwijl de yen doorgaans ondermaats presteert wanneer de Amerikaanse rente stijgt.

De euro verloor aanvankelijk terrein, maar steeg uiteindelijk met 0,3% naar US$1,0874.