De kwestie directeur der Belastingen!
10 Feb 2023, 20:48
foto


Mijn benadering zal desgevraagd betrekking hebben op de formele benoeming van een directeur van een departement of directoraat. Krachtens het Staatsbesluit (SB. 1996 no. 54) van 6 november 1996 “HOUDENDE VORMGEVING VAN WETTELIJKE REGELINGEN, STAATS- EN BESTUURSBESLUITEN” is een resolutie “een door de President genomen bestuursbesluit, ter uitoefening van een bij een wettelijke regeling aan hem toegekende bevoegdheid”.

Binnen de ambtelijke dienst behoort de directeur formeel bij resolutie te worden benoemd door de President (tenzij de President deze bevoegdheid ingevolge artikel 3 lid 8 heeft overgedragen aan één of meer ministers). Daarna dient de landsdienaar ingevolge artikel 37 van de PW de eed of belofte af te leggen waarna hij dan zowel de facto als de jure kan functioneren.

Het onderhavige geval van de heer mr. Ismael Kalaykhan
Uit wat tot nu toe is gebleken (en dan haal ik mijn informatie uit een schrijven van 1 februari 2023 van de minister van Financiën de heer Raghoebarsing), is de heer Kalaykhan nooit als directeur der belastingen benoemd. Dat betekent formeel dat de functie van directeur sedert de pensionering van de laatste directeur vacant is.

Op Financiën bestond of bestaat een gebruik (waarbij bewust wordt gezegd een gebruik, omdat ik niet weet waar het is vastgelegd) dat in zulke gevallen de directeur van Financiën in de functie waarneemt.  Administratiefrechtelijk neemt bij afwezigheid van de directeur de onderdirecteur de functie waar.

Summa summarum betekent dit:
Dat de heer Kalaykhan niet in de hoedanigheid van directeur der Belastingen, kon of kan hebben opgetreden. De hoger aangehaalde brief van 1 februari jl. van de minister, laat onverlet de werking van de wettelijke bepalingen aangezien de bevoegdheden van het ambt van een directeur, niet door een minister, aan een andere functionaris kan worden overdragen. Bovendien is de minister geen bevoegd gezag van de directeur.

Bij mandaat verlening moet jezelf over die bevoegdheden beschikken om die middels mandaat te kunnen overdragen.
Een projectleider kan niet belast worden met de taak van een directoraat nog ambtshalve optreden in de hoedanigheid van directeur. Het betreft een ambtelijke organisatie weshalve de Personeelswet hier van kracht is. De minister draagt de politieke verantwoordelijkheid (krachtens de grondwet van 1987) niet meer en heeft ook in dit geval geen wettelijke bevoegdheden. De aard van de bevoegdheden verzetten zich tegen mandaatverlening. Bovendien dient een krachtens mandaat genomen besluit te vermelden namens welk bestuursorgaan het besluit is genomen. Dit geldt voor alle genomen of te nemen besluiten.

Beginselen van behoorlijk bestuur
Reeds in de inleiding wordt aangegeven dat ongeschreven rechtsnormen die met de benaming beginselen door het leven gaan niet beperkt zijn tot het bestuursrecht. Ook in het privaatrecht, het strafrecht en het staatsrecht komen we beginselen tegen. Sommige beginselen z.a. in het onderhavige geval, zijn specifiek voor een bepaald rechtsgebied (het beginsel van rechtszekerheid en het zorgvuldigheidsbeginsel).

Andere beginselen gelden voor alle rechtsgebieden en worden dan ook algemene rechtsbeginselen genoemd. Derhalve kan dit mandaat niet worden afgegeven om te gebruiken waarvoor zij is verleend of waar het gebruik daarvan wenselijk of geboden wordt geacht.

Eugène van der San
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May