Mijn eigen WTO-ervaring
28 Sep 2011, 23:20
foto
Ronny A. Asabina


Ik heb voor de tweede keer mogen participeren in een bijeenkomst van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Te Genève is over het centrale thema ‘op welke wijze het multilateraal handelssysteem antwoord moet vinden op de toenemende mondiale handelsuitdagingen’ gedurende drie dagen gediscussieerd. De WTO-vergadering is gehouden va 19 tot en met 21 september.

Vooral het beleidsgebied ‘voedselveiligheid’ trok mijn aandacht. Wat ik echter als zeer beangstigend heb ervaren was dat geen van personen met wie ik sprak, het eens was dat landen boven hun eigen beland zullen moeten uitstijgen en moeten werken naar een eerlijk multilateraal handelssysteem dat van elk betrokken land concessies vraagt; Dus niet alleen van de ontwikkelingslanden.

Handelsbelangen
Ik ben niet anti-WTO, maar vind wel dat wat er bij deze organisatie gebeurt de echte wereld weerspiegelt. De realiteit is dat sommige landen hun macht aanwenden om hun handelsbelangen te verdedigen. Daartegenover staan de arme landen die de bekwaamheid, de know how en de menskracht missen. Het gevolg is dat zij aal het kortste eind trekken. In de wereld telt de macht van de sterke, waarbij handelsregels en mondiale afspraken in het niet verdwijnen. De wereldwijde crisis is immers simpelweg het gevolg van een ontwikkelingsmodel waarbij economisch, financieel en politiek gewin voorop staat ten koste van de armsten en het milieu. Het verbouwen van grondstoffen voor biobrandstof gaat ten koste van de teelt van voedselgewassen. Daarnaast verliezen veel ontwikkelingslanden vruchtbare landbouwgrond aan de voortschrijdende urbanisatie, de aanleg van infrastructurele faciliteiten, verkavelingsprojecten, toerisme en andere gebouwde voorzieningen.

Westerse landen beschermen nog altijd de eigen landbouwmarkten met tarieven en handelsverstorende subsidie. Daarbovenop vragen ze ook nog toegang tot de markten in ontwikkelingslanden. De landbouwsubsidie leidt tot oneigenlijke concurrentie en stagneert en/of verwoest de landbouwproductie. De kwaliteit en duurzaamheid van voedsel, met behoud van biodiversiteit en natuurlijke hulpbronnen, staan hierdoor onder zeer grote druk.

Niet ontwikkelingshulp, maar eerlijke handel is een essentiële voorwaarde voor duurzame ontwikkeling en armoedebestrijding. Ik merk echter dat eerlijke handel onvoldoende tot zijn recht komt en de kloof tussen ontwikkelingshulp en eerlijke handel niet kleiner wordt. De enige overlevingskans voor arme landen is volgens mij nog steeds ondernemen. Ik merk ook een toenemende emancipatie van ontwikkelingslanden. Ik vind het bemoedigend en hoopgevend dat ontwikkelingslanden steeds meer en meer gaan beseffen en beleven dat het bewijs meermalen is geleverd dat Westerse landen niet uit zijn op handelsregels die ontwikkelingslanden ten goede komen. Het dringt steeds beter bij de ontwikkelingslanden door dat de wil van de meerderheid (arme landen) door de rijke landen wordt opzij geschoven door intimidatie, bedreiging en sancties.

Keurmerk onveranderd
In Hong Kong werd in 2005 de concessie gedaan dat de handelsregels die voor ontwikkelingslanden veelal ongunstig uitpakken, zouden worden hervormd. Europa en de VS zouden stoppen met hun handelsverstorende subsidies op landbouwproducten. De landbouwexport-subsidies zouden eind 2010 met 50 procent zijn teruggebracht en in 2013 helemaal zijn verdwenen. Bij het opmaken van de balans aan de vooravond van 2012, blijkt de ware strijd nog niet gestreden. Het keurmerk van de wereld is nog steeds politieke macht en economische invloed. Dat vind ik zeer jammer, desastreus en zorgwekkend.

Multilaterale onderhandelingen over liberalisering van handel of dienstverlening worden nog altijd op meerdere schaakborden gespeeld. De WTO moet volgens mij daadwerkelijk een door de wereld gestuurde organisatie zijn, waar elk land dezelfde stem heeft en waar akkoorden via consensus tot stand komen. Er moet een organisatie zijn die zorgt voor ordening in de wereldhandel met (afdwingbare) regels, die de handel bevordert. Er moet een platform zijn waar de controle op bestaande handelsregels plaatsvindt. Ik ben ook te vinden voor de gedachtegang dat internationale wetten juist voor zwakkere landen erg belangrijk zijn om hen te beschermen. Vaststaat dat elke dag dat het WTO- akkoord uitblijft, een dag te lang is voor de arme landen.

Eigen verantwoordelijkheid
Ontwikkelingslanden moeten beseffen dat zij meer moeten gaan samenwerken zodat ze veel meer invloed kunnen hebben op mondiale beleidsbeslissingen en –ontwikkelingen; Meer regionale integratie en blokvorming. Ook moeten zij meer zelfvertrouwen, onderlinge respect, discipline, transparantie, moed en visie aan de dag leggen en het gebrek aan onderhandelingservaring minimaliseren. Ik sta aan de kant van WTO als zij zegt dat veel verantwoordelijkheid ligt bij de landen zelf. Zij moeten ervoor zorgen dat de voordelen van economische groei of van handel terecht komt bij de gehele bevolking. De WTO kunnen zij niet tot zondebok van hun eigen tekortkomingen of falen maken.

Drs. Ronny A. Asabina
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May