Reactie: Operationalisering Grondkamer, hoezo?
04 Jan 2023, 08:41
foto


In zijn artikel van 2 januari jl op Starnieuws getiteld: Reactie: Operationalisering Grondkamer, hoezo?, heeft Eugène van der San gereageerd op mijn artikel van 30-12-2023. Ik ben blij met de reactie, daar deze mij in de gelegenheid stelt het een en ander te verduidelijken. De landhervormingswetgeving die de basis vormt van het Surinaamse zakenrecht is één van de weinige voorbeelden van eigen Surinaamse regelgeving. De in Nederland afgestudeerde juristen hebben deze kennis niet meegekregen. In Suriname wordt anders dan in de rest van de wereld gebruikelijk is, geen aanvullend examen vereist om als praktijkjurist werkzaam te zijn.

Ik ga slechts in op de juridische aspecten van de reactie van Eugène van der San, die ik hierna ook als de auteur zal aanduiden. De speculatieve kanten van zijn artikel laat ik onbesproken. Ik wijs er met nadruk op dat ik als rechtswetenschapper tevens zelfstandig juridisch adviseur schrijf, en mij niet laat beïnvloeden door politieke keuzes.

Pleidooi voor Grondkamer
Mijn pleidooi voor het operationaliseren van de Grondkamer dateert van 10-4-2019 en is opgenomen in mijn oratie: Terugkeer in de boezem van de Staat, uitgesproken bij het aanvaarden van het eredoctoraat verleend door de AdeKUS op pag. 28. Ik memoreer dat ons land toen bestuurd werd door de regering Bouterse-Adhin.
Aangezien na mijn genoemde rede de situatie m.b.t. de Grondkamer ongewijzigd is gebleven, heb ik gemeend dit onderwerp opnieuw te entameren. Van enige politieke beïnvloeding is dus helemaal geen sprake. Het is mij ook niet bekend wat de houding van de huidige regering jegens operationalisering van de Grondkamer is. Belangrijk is dat ik het eens ben met de toenmalige decreetgever dat de grondgebruiker en het algemeen belang beschermd dienen te worden.

Rechtskracht decreten

Een ander belangrijk aspect dat de auteur aankaart, is de rechtskracht die aan een decreet moet worden gegeven. Hij heeft volkomen gelijk als hij zegt dat een decreet niet zonder meer gelijkgesteld mag worden aan een wet in formele zin. In dit verband verwijs ik naar het artikel van mr.dr. W. Bechan-Pherai in SJB 2019 no. 3: Status decreten in ons rechtsbestel.

Op heldere wijze geeft zij aan wat het verschil is tussen een decreet en een wet in formele zijn en de relatie tussen beide. Zij legt uit welke decreten nog rechtskracht bezitten en daarmee een gelijke status hebben als een wet. De basis hiervoor is artikel 183 Grondwet 1987 dat ook door de auteur wordt genoemd.

Laatstgemeld artikel bepaalt dat uitgevaardigde decreten van kracht blijven totdat zij door andere volgens de Grondwet zijn vervangen en dat zij, voor zover inhoudelijk in strijd zijn met de Grondwet, niet later dan het einde van de eerste zittingsperiode van DNA met deze Grondwet in overeenstemming moeten zijn gebracht, bij gebreke waarvan zij hun rechtskracht verliezen.
Op grond van dit artikel werden vele decreten ingetrokken. De L-decreten waarvan het Decreet Grondkamer deel uitmaakt, hebben hun rechtskracht behouden. Zij hebben dus de geldigheid van een wet in formele zin.

Geen rechtsprekende bevoegdheden

De Grondkamer is geen deel van de rechterlijke macht en is slechts bevoegd te oordelen over geschillen, niet zijnde een rechtsgeschil, tussen degene die bevoegd is over de grond te beschikken en de grondgebruiker. In artikel 1 Decreet Grondkamer wordt gedefinieerd wat het verschil is tussen een geschil en een rechtsgeschil.
Toegegeven moet worden dat het maken van onderscheid tussen geschil en rechtsgeschil niet altijd eenvoudig zal zijn.

Hoewel er geen eisen gesteld zijn met betrekking tot de opleiding van de leden van de Grondkamer meen ik dat tenminste de voorzitter van de uit drie leden bestaande Kamer een voltooide juridische opleiding moet hebben met privaatrecht als onderdeel daarvan en ervaring in de rechtspraktijk (rechterlijke macht, advocatuur of notariaat) van tenminste acht jaar.
Ook wordt dringend aanbevolen de Grondkamer te doen bijstaan door een administratieve entiteit met deskundig personeel bij voorkeur met griffie-ervaring.

Voorts wil ik de auteur met wie ik steeds een goede verstandhouding heb gehad geruststellen dat ik mijn integriteit niet te grabbel gooi, maar dat ik ook hem adviseer zijn positie nader te evalueren.
Ten slotte spreek ik de hoop uit dat een van de weinige nog in leven zijnde grondleggers van de landhervormingswetgeving, mr.dr. A. Haakmat, die recentelijk gepromoveerd is op het onderwerp Corruptie, bereid zal zijn zijn visie over deze materie te geven.

Carlo Jadnanansing
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May