Column: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 63
18 Sep 2011, 19:00
foto


“Dat was niet mis met die Miss-verkiezing in Sao Paulo.”
“Mispoes, volgens miss Frankrijk wasser wel wat mis; ze was niet eens met de keuze van Miss Angola.”
“Natuurlijk, natuurlijk, omdat wan blakaptieng wien’a stree, direct opmerking kong vanuit a blanke kant.”
“Ik vond haar wel een sympathieke uitstraling hebben, niet zo een opgetut vrouwmens, maar gewoon natural.”
“Dat vond die Franse miss ook, ja, miss Angola droeg geen make up, ze deed nauwelijks mee aan de ontmoetingen buiten, ze heeft gewonnen omdat Angola een ex-kolonie van Portugal is, net als Brazilië. Als de verkiezing elders was gehouden, had ze niet gewonnen.”
“Bijvoorbeeld in Parijs, ja, ja, die miss Kleun heeft mooi achteraf praats om haar niet winnen goed te praten.”
“Net zoals sommige van onze politieke leiders ook met hun niet-winnen doen.”
“We zouden een Mis-leiders verkiezing kunnen organiseren, boi, contestanten te over.”
“De jury zal het moeilijk hebben om de Mis-leider number one uit te kiezen, allemaal even mooie misleiders.”
“Misschien misleiden ze de jury.”
“Daar ben ik niet met je eens, no boi.”
“Wij zijn de oorzaak, want wij kiezen de leiders uit en steeds lijkt het erop dat we steeds de grootste miskleunen uitkiezen.”
“Watch your words, sab sa je taki, let op je woorden.”
“Geen wooooor-den maar daa-ha-den, tra-la-la-la...zijn daden benne groot, hij veroverde de zilver---.”
“Sjaak, hou je %$#$%.”
“”Zilver? N’a goowtoe now-now.”
“Ai, kettingdieven overal, en nu men alert is op z’n kettingen, plundert men de juwelierzaken.”
“Overdrijf niet, maar eentje is beroofd.”
“Dat is eentje teveel.”
”En weer dat zinloos moralistisch gewaarschuw: weest u voorzichtig als u op straat met uw gouden ketting loopt, verberg het onder uw kleding.”
“Ik zie vrouwen met dit warm weer al tjokrodiekleding dragen.”
“Het beste advies: draag geen gouden ketting als je over straat loopt, of als je toch een mooie nek wil, voor wie vraag ik me overigens af, draag dan eentje van nepgoud.”
“Dan nu werk je voor je straf.”
“Je werkt om je eten aan te schaffen, om je kinderen te verzorgen, om je te kleden, om je huis en je eventuele schulden af te lossen, niet om je te behangen met goud.”
“Overigens, wat een stom argument: ‘dan werk je voor je straf’. Dan werk dan niet!”
“Typisch ons: domme argumenten bedenken alleen maar om gelijk te krijgen.”
“En regels en ordening: daar hebben we ook een broertje-dood aan.”
“Kijk wat voor voeten het in de aarde heeft voordat mensen ertoe komen een zwemvest te dragen bij de toch wel riskante oversteek van en naar Meerzorg.”
“Ja, maar er is in geen 20 jaar iets gebeurd.”
“Tjeezis, dat iemand zo iets durft te zeggen. Dus omdat er in geen 20 jaar iets gebeurd is, zal er in de komende 20 jaar ook niets gebeuren.”
“Natuurlijk hoop je dat, maar een ongeluk schuilt in een klein hoekje.”
“Kijk dat verschrikkelijk ongeval van die poti jonge vrouw op Moengo, ze haalt als fietser een stilstaande truck in en die figuur trekt opeens op!!”
“Dalijk ga je horen: ik trek al 20 jaar op zonder uit te kijken, dus why should I look.”
“Rule number one: op het moment dat je die tonnen aan gewicht in beweging zet, kijk uit of de weg vrij is, spelen er toevallig net geen kinderen voor je truck.”
“Of ligt er net geen zwerver onder je truck te bekomen van de hitte.”
“Of komt er net niet eentje met een stinkend mondwerk bedelen ‘foe wan libi.”
“Dan n’a wan mooi dede dat ow kisi.”
“Hé zuiplap, respect, hij is ook een mens.”
“Tegenwoordig zie je ook zij’s.”
“Zoals die ene poti, gehandicapt met haar wegdraaiende ogen en nu is ze op de koop toe zwanger. Tot zelfs ’s avonds staat ze te bedelen.”
“Dit is big business; weet je hoeveel zo een meiske per dag binnenhaalt?”
“Heb je die film slumpdog millionair gezien? Daarin zie je toch hoe ze mooi zingende jongetjes gloeiend hete vloeistof in de ogen gieten om die blind te maken zodat ze mooi zingend in de metro flink geld kunnen binnenhalen?”
“En hoe hij dat maagdelijk vriendinnetje van hem redde en z’n vriend schiet pardoes die uitbuiter van deze sloppenwijkkinderen neer.”
“Eh, deze dingen gebeuren echt.”
“Wat dacht je. Zag je ook die etnische rellen waar mannen van geloof A of kaste B die sloppenwijk binnenrennen en met stokken alles kort en klein slaan en de boel in brand steken? In het heilige India dat sommigen hier toch zo vereren?”
“Jij zegt weer zomaar dingen, je bent gefrustreerd, dat zei ik al.”
“Net zoals die ziekelingen die het beeld van Baap en Mai hebben beklad.”
“Met rode en gele verf, op een manier waarbij het lijkt alsof men een boodschap wil geven.”
“Daarom denk ik dat het uit de groep zelf komt, zoals het kapotmaken van de Hindoe-beelden bij de Bosjebrug.”
“Jij weet weer alles.”
“Weer typisch ons. Weet je wat Antillianen hierover zeggen? De Here God weet alles; alleen Surinamers weten meer.”
“Maar om op die zwemvesttori terug te komen, ik zag op Sternews een mooie foto met iedereen in de boot met oranje om de nek, geen gouden ketting.”
“Maar zag je die MAS-boot op de achtergrond? Zo moeten we het leren. En die boot moet daar blijven.”
“Ja, want a moment sa ai gwe, trekken ze weer hun zwemvesten uit als de boot varende is.”
“Ook een mooi excuus van de boothouders: die mensen willen die vesten niet dragen.”
“Potvolblomme, als ze met een blote bil je boot binnenstappen, ga je ook zeggen: ik heb niets gedaan, want ze wilden hun broek niet dragen.”
“Eh, we zijn goed laag gezonken in onze drift om maar te doen wat we willen.”
“Maar je moet deze zelfde regelverkrachters in het buitenland zien, hoe braaf en gedisciplineerd ze hun propjes in de manden gooien, al staat dat mandje een halve kilometer verder.”
“Ja, ze weten wat erop staat als ze daar de regels overtreden.”
“Terwijl hier: het beleid zegt maar uit gemakzucht: iedereen moet zich aan de regels houden, u moet letten op uw gedrag, u bent verantwoordelijk voor uw eigen daden.”
“Ja, mooi en waar, maar hoe ga je zorgen dat men op z’n daden leert letten? Met gebabbel, met gepraat, met moralistische regeltjes via de media opzeggen?”
“Ik denk het niet, zie het voorbeeld van de MAS: die controleboot staat net daar. Plus het is een beveiliging van de aanmeer- en afvaartroute.”
“Goed zo MAS; even dacht ik: ze gaan zwichten en alles zo blaw-blaw laten, zo van: okay, ding no wan’weer’a zwemvest? Da lieb ding. We gaan alleen maar via de media zeggen: u moet voor uw eigen veiligheid uw zwemvest dragen, hòr, anders kan u zinken met al die kleding, schoenen en goud aan uw lijf, hòr en dan ga je verdrinken, hòr, en dan ga je dood, hòr.”
“Een politieagent met motor bij de rotonde van Latour, eentje verderop bij de golfclub op dat middenstuk tussen bromfietspad en rijweg, dan wil ik zien welke dwaas op het fietspad richting stad rijdt, vooral straks als de school begint.”
“Dan moeten ze nu al beginnen, want dan wennen die verkeerspiraten er al aan dat er ’s morgens langs die drukke routes op de spituren motoragenten staan.”
“En laten ze gedetineerden nu het droge tijd is al dat zand daar op het bromfietspad van de Indira Gjhandiweg wegbezemen, beginnend van acht tot twaalf, en dan de tweede shift van half drie tot zes. ‘s Morgens aan de kant richting Lelydorp en ’s middags aan de kant richting stad; steeds aan de minder drukke kant.”
“Maar wat we wel goed kunnen, is shows geven. Oen law ding mang ien Ptata nanga Suripop.”
“En onze nationale conferencier Henk van Vlot was weer eens in topvorm.”
“Ken je nog z’n beroemde advertentie? Taaatjjjj Mahahallllllllll.”
“Ik hoor de mensen huilden bijna in de zaal bij Wi n’a wan.”
“En wattebout ‘Net-alen’, en Baka twalfoe jari’.
“Daar zit onze markt en de poort naar de wereldmarkt. We zeuren hier met Caricom die ons gebruikt en toch niet als volwaardig erkent en met dat Palestina erkennen.”
“Karl de Kristen taki: dat is een niet weloverwogen stap.”
“Dan is het een wel niet-overwogen stap.”
“Hij vindt de Palestijnse staat wordt geregeerd door de radicale Hamas die de vernietiging van de Joodse staat voorstaat.”
“Komt ervan als je de vernietiging van de Palestijnen voorstaat en hun grond met Joodse nederzettingen inpikt.”
“Karl vergeet dat deze zelfde Joden, althans de schriftgeleerden, niet het volk, toentertijd samengespannen hebben met de Romeinse onderdrukker van hun land om de vernieuwer van het Jodendom ter dood te laten veroordelen middels kruisiging.”
“Ja, maar Hij heeft het hun vergeven, Hij zei: Vader, ze weten niet wat ze doen.”
“Dat getuigt Zijn grootheid.”
“Maar volgens mij weten ze daar nog steeds niet wat ze doen.”
“Daarom liggen ze daar nog steeds met elkaar overhoop.”
“Begin die Palestijnen ook hun staat te geven, dan hebben ze beiden hun land. Recht voor een, recht voor de andere.”
“Waarom posten we jou niet daarheen, dan hebben we twee problemen minder.”
“Dan moet die Hamas wel ophouwen met radicale dingen, zoals menselijke bommen in Joodse bussen laten ontploffen en zo.”
“Ja, vind ik ook, laat wapendragers elkaar maar opblazen, maar niet ongewapende burgers.”
‘Dan moeten de Joden ook ophouden met Palestijnse scholen en ziekenhuizen bombarderen, zogenaamd omdat Hamas-leden zich daar schuilhouden. Die twee kemphanen daar verstoren de wereldvrede alleen maar en sleuren ons dankzij allerlei religieuze banden tot hier mee in hun gewroetsel.”
“Inderdaad, wij sleuren hun toch ook niet mee in ons gewroetsel?”
“Na oenoe wani. Mi dati, mi na mi, I am I, ik ben ik.”
“En sopi na sopi en wij hier zuipen vredig voort. Heren, het volgende rondje is voor mij. Ober, een rondje sap.”

Rappa
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May