Venezuela: Zoektocht naar overlevenden gaat door

Reddingswerkers blijven proberen vermiste inwoners van een stad in het centrum van Venezuela te lokaliseren, waarbij ze stenen en modder uit de straten van Las Tejerias ruimen, drie dagen nadat het werd getroffen door een enorme aardverschuiving waarbij tientallen doden vielen.

Buren en reddingswerkers – ongeveer 3.000 politieagenten, soldaten en andere professionals – waren dinsdag bezig met een steeds wanhopiger zoektocht naar mogelijke overlevenden, maar de hoop vervaagde snel.

Ambtenaren zeiden dat de aardverschuiving minstens 36 mensen had gedood, maar waarschuwden dat het dodental zou kunnen stijgen als lichamen verder stroomafwaarts worden gevonden van de zwaarst getroffen buurten in de stad, ongeveer 50 km van de hoofdstad Caracas. Er zouden zeker 60 mensen vermist zijn.

Magaly Colmenares zei dat ze bij een groep brandweerlieden was die maandag het lichaam van haar kleinzoon hebben opgehaald uit een huis dat overspoeld was door modder. Het lichaam werd naar een gezondheidscentrum gebracht dat in gebruik is genomen als mortuarium. "Hij werd begraven bij een man die hem en zijn drie maanden oude zusje probeerde te helpen", zei Colmenares. "Ik heb mijn engel gevonden en we moeten ook naar zijn zusje zoeken."

Ongewoon zware regenval in Venezuela zorgde ervoor dat zaterdag een grote rivier en verschillende beken overstroomden, waardoor de modderstroom auto's, delen van huizen, bedrijven en telefoondraden wegspoelde en enorme bomen meesleurde.

Experts zeggen dat de storm werd verergerd door het seizoensgebonden La Nina-weersysteem dat de regio in zijn greep houdt, evenals de effecten van Julia, een storm die ten minste 26 mensen in Midden-Amerika doodde en grote schade aanrichtte.

De Venezolaanse vicepresident Delcy Rodriguez zei dat er in slechts acht uur tijd een maand regen in het gebied viel. Volgens Rodriguez werden 317 huizen "volledig verwoest" en 757 werden beschadigd door de modderstroom in Las Tejerias, gelegen langs de belangrijkste industriële corridor van Venezuela.

Reddingswerkers zeiden dat het "moeilijk" zou zijn om overlevenden in de stad te vinden.

"Ik weet niet of ik moet schreeuwen, ik weet niet of ik moet rennen... of ik moet huilen", zei Nathalie Matos (34), over het frustrerende wachten op nieuws over het lot van haar 65-jarige moeder, die ze aan de telefoon had toen de zondvloed kwam. "Ze vertelde me: 'Dochter, ik ben aan het verdrinken, het water is erin gekomen, haal me eruit, haal me eruit ... red me!" vertelde Matos. "Ik probeerde haar terug te bellen, ze nam op, maar er was alleen maar lawaai", zei ze.

In een zeldzame openbare verschijning op maandag bezocht president Nicolas Maduro de stad en toerde hij door de getroffen buurten. Hij zei dat iedereen die door de ramp is getroffen een nieuw huis zou krijgen, en voegde eraan toe dat de stad van 50.000 mensen "zou oprijzen als een feniks".

"Niemand zal in de steek worden gelaten", zei Maduro.

Maduro vertelde journalisten dat hij internationale hulp zou verwelkomen zonder verdere details te geven. Zijn regering is van oudsher terughoudend om humanitaire hulp van westerse landen aan te nemen, hoewel ze voedsel en medische benodigdheden uit Rusland en China heeft geaccepteerd.

De autoriteiten hebben opvangcentra opgericht in Maracay, de hoofdstad van de getroffen provincie Aragua, en hebben de distributie van 300 ton voedsel aangekondigd.

De regering heeft ook drie dagen van rouw afgekondigd voor de slachtoffers.

Het door de crisis getroffen Venezuela is geen onbekende voor seizoensstormen, maar dit was de ergste tot nu toe dit jaar, na historische regenniveaus die de afgelopen maanden tientallen doden hebben veroorzaakt.

In 1999 stierven ongeveer 10.000 mensen bij een enorme aardverschuiving in de noordelijke deelstaat Vargas.