Haïti: Botsingen en plunderingen terwijl onrust toeneemt

Minstens één vrouw is maandag om het leven gekomen toen demonstranten slaags raakten met de politie in Haïtiaanse steden. De politie confronteerde demonstranten terwijl anti-regeringsprotesten overgingen in plunderingen. De woede neemt toe nu het geweld van bendes uit de hand is gelopen en de transporten van brandstof en voedsel hebben verstoord.

Premier Ariel Henry heeft om buitenlandse hulp gevraagd, maar de oproep is bekritiseerd door enkele Haïtianen die het als buitenlandse inmenging beschouwen.

In de hoofdstad Port-au-Prince richtten demonstranten brandende barricades van banden op en gooiden stenen naar de politie, die op hun beurt traangas afvuurde. Sommige demonstranten gingen door met het plunderen van een hotel.

Er werden schoten afgevuurd en foto's die ter plaatse werden genomen door een fotograaf van Reuters toonden een bebloede vrouw die dood op de grond lag.

Een demonstrant vertelde AFP dat ze was neergeschoten door de veiligheidstroepen: "Het is een misdaad begaan door de politie. Dit jonge meisje vormde geen bedreiging. Ze werd vermoord terwijl ze uiting gaf aan haar verlangen om in waardigheid te leven." De politie heeft nog niet gereageerd op het incident.

Er waren ook protesten in de westelijke stad Gonaïves, waar demonstranten een gerechtsgebouw bestormden, en in Cap-Haïtien, aan de noordkust van Haïti.

Volgens lokale media waren veel mensen op straat boos op het verzoek van de premier om buitenlandse strijdkrachten in Haïti in te zetten, wat zij afwijzen als een "inmenging in de binnenlandse aangelegenheden van Haïti".

"We hebben zeker hulp nodig om ons land te ontwikkelen, maar we hebben geen laarzen nodig op de grond", vertelde een demonstrant aan AFP.

Premier Henry vroeg woensdag om buitenlandse hulp zonder in details te gaan. Twee dagen later gaf de regering hem officieel toestemming om de internationale gemeenschap om een ​​"gespecialiseerde strijdmacht" te vragen.

De secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Antonio Guterres, heeft sindsdien opgeroepen tot de onmiddellijke inzet van een speciale internationale strijdmacht in Haïti, maar het is nog niet duidelijk welke landen de leden van een dergelijke strijdmacht zouden leveren en wat haar taak zou zijn.

De situatie in Haïti is snel verslechterd sinds de moord  op president Jovenel Moïse door huurlingen in juli vorig jaar.

Bendes hebben de controle overgenomen over belangrijke snelwegen en Varreux, de grootste brandstofterminal van Haïti. Met als gevolg dat voedsel- en brandstofleveringen zijn opgeschort, waardoor steeds meer Haïtianen honger lijden.

Verschillende magazijnen van liefdadigheids- en hulporganisaties zijn geplunderd, waardoor de meest kwetsbaren zonder voedsel en drinkwater komen te zitten.

Nu schoon water steeds moeilijker te verkrijgen is, nemen de gevallen van cholera - een bacteriële ziekte die zich gewoonlijk via besmet water verspreidt - toe.

De Wereldgezondheidsorganisatie zei dinsdag dat er 16 cholerasterfgevallen waren en 32 bevestigde gevallen.

In 2010 stierven ongeveer 10.000 mensen aan cholera na de aardbeving die Haïti verwoestte.