Guyana veroordeelt 'intimidatie' door Suriname

Hoewel Suriname al heeft gezegd dat het verlenen van visvergunningen aan Guyanezen illegaal zou zijn, heeft de Guyanese regering de 'intimidatie' door Suriname van Guyanese vissers in de Surinaamse wateren veroordeeld. De Guyanese regering betreurde de schijnbare traagheid bij het vasthouden aan een overeenkomst om visvergunningen te verlenen aan Guyanezen.

"De regering van Guyana veroordeelt, in de sterkst mogelijke bewoordingen, de meest recente 'pesterijen' die onze Guyanese vissers door de Surinaamse regering zijn aangedaan, inclusief het niet verlenen van vergunningen aan onze vissers in overeenstemming met een toezegging aan Zijne Excellentie, Dr. Mohamed Irfaan Ali, president van de Coöperatieve Republiek Guyana op 26 november 2020, tijdens een bezoek aan Suriname", aldus de regering in een verklaring.

De Surinaamse regering staat onder zware druk om geen visvergunningen te verlenen aan Guyanese vissers. Al in juni 2022 hadden de Federatie van Surinaamse Agrariërs (FSA) en de Surinaamse Seafood Associatie (SSA) transparantie geëist over het verlenen van visvergunningen aan illegale Guyanese vissers. De sector heeft ook geëist dat de regering moet laten zien hoe Suriname er financieel voordeel bij heeft en wat de wettelijke basis is voor het afgeven van dergelijke vergunningen.

Maar de Guyanrese regering heeft maandag publiekelijk een beroep gedaan op de Surinaamse regering om niet terug te krabbelen van de overeenkomst tussen Ali en Santokhi voor het verlenen van 150 Surinaamse kustvisvergunningen aan Guyanezen. "De regering van Guyana roept daarom de regering van Suriname op haar toezegging niet te verzaken en de huidige stand van zaken met betrekking tot de afgifte van de vergunningen bekend te maken", zei Georgetown.

De regering Ali gaf de Surinaamse regering de schuld van de benarde situatie van de Guyanese vissers in de Surinaamse kustwateren. "Als deze vergunningen niet worden afgegeven, worden onze vissers nog steeds lastiggevallen door de Surinaamse autoriteiten, waardoor vissersvaartuigen in Suriname zijn gestrand en niet naar Guyana kunnen terugkeren uit angst hun vergunningen te verliezen", aldus de regering van Guyana.

Terwijl de regering van Guyana zei dat president Ali en president Santokhi, terwijl ze in Georgetown waren, zijn overeengekomen dat tegen 1 januari 2022 regelingen zouden zijn getroffen om de afgifte van de 150 SK-vergunningen aan Guyanese vissers te vergemakkelijken, ontkende de minister van Landbouw, Veeteelt en Visserij, Parmanand Sewdien in april 2022 dat er ooit een dergelijke overeenkomst was. "Dat er nu zo openlijk grote druk wordt uitgeoefend en opgevoerd op Suriname, is onaanvaardbaar", zei Sewdien.

Rekening houdend met dit besluit, zei de regering van Guyana dat minister van Landbouw, Zulfikar Mustapha, de namen van de personen die geïnteresseerd zijn in het verkrijgen van licenties via een brief van 16 november 2021 aan zijn Surinaamse ambtgenoot heeft meegedeeld. "Tot op heden is de regering van Guyana niet geadviseerd over de status van de oprichting van het bedrijf waarnaar wordt verwezen, noch over de afgifte van de licenties", zei Georgetown.

De regering van Guyana zei na gesprekken tussen de presidenten van Guyana en Suriname dat Mustapha aan Sewdien heeft gevraagd om 150 SK-vergunningen af ​​te geven die Guyanese vissers in staat zullen stellen hun handel in de Atlantische zee voor de kust van Suriname uit te oefenen. Dat verzoek was volgens de regering van Guyana gebaseerd op de noodzaak van een overeenkomst voor de afgifte van het aantal door Guyana gevraagde vergunningen.

De regering van Guyana herinnerde er ook aan dat minister Sewdien had aangegeven dat zijn regering een bedrijf zou oprichten dat de afgifte van vergunningen aan de Guyanese vissers zal regelen.

Maar Sewdien had naar verluidt herinnerd dat zijn kant in november 2020 had aangegeven dat de Surinaamse regering het voorstel van Guyana zou onderzoeken, aangezien het verlenen van visvergunningen aan kleine vissers niet mogelijk zou zijn in overeenstemming met de Surinaamse wetgeving.