Slechts 1 fractielid NPS stemt onder conditie vóór BTW-wet
31 Aug 2022, 00:00
foto
Minister Armand Achaibersing heeft een van zijn laatste en belangrijke wet goedgekeurd gekregen in De Nationale Assemblee.


Als Assembleelid Ivanildo Plein (NPS) niet in de vergaderzaal was dinsdag, zou er geen quorum zijn om de Wet Belasting Toegevoegde Waarde (BTW) in stemming te brengen. De wet is met 26 stemmen vóór en 12 tegen van de NDP aangenomen. De twee overige fractieleden van de NPS, Gregory Rusland en Patricia Etnel, waren niet in de zaal. Plein deelde bij de stemmotivatie mee dat de NPS-fractie onder protest vóór gestemd heeft. Besloten is dat alleen hij onder voorwaarden zijn goedkeuring geeft aan de wet. De BEP-fractie heeft bij de stemming de zaal verlaten. De BTW gaat per 1 januari in. Het tarief is 10%.

De 10% BTW is een struikelblok gebleven. Aanvankelijk was 15% opgebracht door de regering, maar na de vele bezwaren, is het percentage door minister Armand Achaibersing van Financiën & Planning teruggebracht naar 10%. Hij zei dat de regering niet lager kan gaan, zoals het bedrijfsleven, de vakbeweging, de oppositie en de NPS dat gevraagd hadden. Plein gaf in zijn stem motivatie aan dat de NPS steeds heeft aanbevolen het tarief van 10% in heroverweging te nemen en te verlagen. De medewerking van de NPS is verleend onder de voorwaarde dat de belastingverlagende wetten vóór 1 januari 2023 worden aangenomen, zodat zij samen met de BTW in werking kunnen treden.

Ronny Asabina, fractieleider van de BEP, zei dat het tarief lager kan als de regering gaat werken aan de efficiëntie van de Belastingdienst. De regering moet volgens hem de belastingontduiking naar minimale proporties zien te brengen. Hij wees wederom op de vele parastatale bedrijven die geen loonbelasting en omzetbelasting afdragen aan de Staat. Ook binnen de kleinschalige goudsector zijn er veel middelen te halen. “Het percentage kan teruggebracht worden door met andere middelen die hier en daar liggen compenseren”, sprak Asabina.

NDP-fractieleider Rabin Parmessar vond het jammer dat de minister bleef vasthouden aan het tarief van 10%. Volgens hem hebben de NDP, de vakbeweging en het bedrijfsleven onderbouwd aangegeven waarom de regering met een tarief van 5% zou moeten starten. De regering zou het tarief bij de evaluatie en na het wegwerken van kinderziektes kunnen verhogen. Parmessar zei dat de NDP-fractie voorstander is van de BTW, maar niet op deze manier. “Dit zal het leven ondraaglijker maken. Dit tarief is niet te handhaven in een tijd waar de inflatie rond 50% is”, zei Parmessar.

Chuanrui Wang (VHP) zei dat de BTW geen wet is die doorgedrukt moet worden. Hoewel hij vóór de wet stemde bleef hij pleiten dat de BTW in fases doorgevoerd wordt te beginne met 5% waarna het tarief gefaseerd opgekrikt kan worden, zodat de samenleving zich kan aanpassen. Ook stelde voor om in november al de loonbelasting te verlagen. Hij legde daarnaast ook veel nadruk op voorlichting.

Minister Achaibersing zei dat met een verlaagd tarief de regering niet instaat zal zijn het sociaal vangnet programma uit te voeren. De huidige prognose voor de Omzetbelasting (OB) is gesteld op ongeveer 3% van het BBP in 2023. Dat is ongeveer een bedrag van SRD 2.9 miljard. "Als wij 100% realiseren van de geprognosticeerde BTW bij 10% is dat een meeropbrengsten van SRD 3.9 miljard", stelde Achaibersing. Echter is dit niet realistisch. Zeker in het eerste jaar van de uitvoering zal 100% incaseringsratio onrealistisch zijn. Uitgaande van een ratio van 75% zullen de meeropbrengsten droppen naar SRD 2.2 miljard voor 2023. De opbrengsten van de BTW zullen zijn rond SRD 5 miljard en de meeropbrengsten SRD 2.2 miljard. Met deze opbrengsten zal het sociaal programma gefinancierd moeten worden.

Achaibersing haalde aan dat er in tripartiet verband afspraken zijn gemaakt om bij de invoering van de BTW in de loonbelastingsfeer te compenseren. De SRD 2.2 miljard is ter compensatie in de loonbelastingsfeer en ter verdere financiering van het sociaal vangnet, maar ook het schuldenvraagstuk komt aan de orde. Met het teruggeven van een deel in de loonbelastingsfeer worden de afspraken in tripartiet verband nagekomen. "Maar we kunnen daarvan afwijken en een lager tarief vaststellen dan doen we de loontrekkers tekort en blijven informele sector subsidiëren. Is dat wat we willen? Dat is niet wat deze minister wil".

"Met deze combinatie van het BTW-tarief gecombineerd met compensatie in de loonbelastingsfeer verlagen we ook belastingdruk voor de loontrekkers en belasten we de informele sector op adequater manier, zodat zij ook hun bijdrage leveren". Volgens de bewindsman is het niet haalbaar om het tarief op 5% te houden. "Dan kunnen we de OB blijven handhaven, omdat de opbrengsten hetzelfde zullen zijn als wat de OB zou binnenbrengen". Hij benadrukte dat bij een tarief van 5% er geen ruimte zal zijn voor compensatie in de loon- en inkomstenbelasting en zal het sociaal vangnet programma ook niet volledig kunnen worden uitgevoerd.

Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, Internationale Business en Internationale Samenwerking, feliciteerde de samenleving en het parlement namens de regering  met de aanname van de wet. Hij noemde het een historisch moment voor Suriname waarbij na decennia lange discussies over een BTW-wet deze nu realiteit is geworden. Volgens Ramdin is de uitvoering het belangrijkste na de afkondiging van de wet. De regering heeft op voorstel van minister Achaibersing reeds het uitvoeringsplan voor de BTW-uitvoering goedgekeurd. “Wij hopen dat we bij de evaluatiemomenten kunnen terugblikken op niet alleen een effectieve uitvoering, maar een nuttige en noodzakelijke wet”, stelde Ramdin.
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May