President Panama verlaagt benzineprijzen na protesten

De president van Panama, Laurentino Cortizo, heeft een verlaging van de benzineprijzen aangekondigd. De brandstofkosten voor privévoertuigen worden vanaf vrijdag verlaagd naar US$ 3,95 per gallon, een daling van 24% ten opzichte van de prijs eind juni. De aankondiging kwam na acht opeenvolgende dagen van protesten.

Demonstranten zeggen dat ze willen dat de regering meer doet om de inflatie te beteugelen nadat de kosten van voedsel, medicijnen, elektriciteit en brandstof zijn gestegen. In een televisieverklaring zei president Cortizo dat de prijsstijgingen te wijten waren aan de "effecten van de Covid-pandemie en de gevolgen van het conflict in Oekraïne".

Hij voegde eraan toe dat zijn kabinet niet alleen de benzineprijzen voor privévoertuigen zou verlagen, maar ook de prijs van 10 basisproducten zou verminderen, zonder te specificeren welke.

De brandstofkosten voor het openbaar vervoer waren begin juni al gemaximeerd op US$ 3,95 per gallon.

Panamese media hebben de maatregelen beschreven als een poging van Cortizo om "de controle terug te krijgen" te midden van de ergste crisis sinds hij drie jaar geleden aantrad.

De protesten vielen samen met een weeklange afwezigheid van de president, die naar de Verenigde Staten was gereisd voor medische tests.

In zijn tv-verklaring zei hij dat zijn toestand, een bloedaandoening die bekend staat als myelodysplastisch syndroom, van "laag risico" was en met medicatie onder controle kon worden gebracht. Cortizo zei dat hij de gebeurtenissen in Panama had meegemaakt en "de ontevredenheid van verschillende sectoren over de situatie" begreep.

Leraren gingen begin juli als eersten de straat op, maar sindsdien hebben bouwvakkers, studenten en leden van inheemse groepen zich bij hen gevoegd. Een deel van de protestleiders zal naar verwachting later op dinsdag een ontmoeting hebben met regeringsonderhandelaars in de stad Santiago de Veraguas.

Maar veel demonstranten hebben al gezegd dat de bevriezing van de benzineprijs onvoldoende is en dat ze de straat op zullen blijven gaan totdat er bredere actie wordt ondernomen.