President, in ondergelopen gebieden wonen ook Surinamers

Ruim tien dagen geleden vielen de eerste extreme regens in Sipaliwini en Marowijne. Ongeveer een jaar geleden werd daarover de eerste waarschuwing gegeven aan het ministerie van Openbare Werken (OW).

Na bijna twee weken is het beeld in het achterland schrijnend: onderwater gelopen dorpen, geëvacueerde leerkrachten, gestaakte medische zorg, verwoeste aanplanten en een overheid die schittert van afwezigheid. En dit zijn slechts de korte termijn gevolgen van deze regens, bovenop de gevolgen van COVID-19 en een economische crisis, die de broeders en zusters in deze gebieden al tot overleven dwongen.

Ondertussen probeert NCCR de crisis te managen, maar ook na de vergadering DNA van deze week blijft onduidelijk of de regering überhaupt middelen heeft vrijgemaakt om hulp te bieden. Vooralsnog komt de informatievoorziening van Ronnie Brunswijk’s sociale media - die per eigen gelegenheid over het gebied vloog en van de gelegenheid gebruik maakte om Bravo-rijst uit te delen. Hij was er niet namens de regering

Behalve dat de president in geen velden of wegen is te bekennen, is minister Gracia Emanuels van Regionale Ontwikkeling en Sport middenin deze watersnoodcrisis afgereisd naar het buitenland. De minister van OW vermoedelijk bezig is om af te wachten tot het weer droog wordt.

Een gevleugeld gezegde is “In tijden van crisis leert men zijn vrienden kennen”. Het uitblijven van elke vorm van acte de presence vanuit de regering in het watersnoodgebied, alsook het uitblijven van enig plan van aanpak voor de korte, dan wel lange termijn doet de vraag rijzen of het helpen van deze Surinamers op de prioriteitenlijst van deze regering voorkomt. En dan zijn de overige voorspelde hevige regens nog niet eens gevallen.

De NDP roept de regering op haar verantwoordelijk te nemen en roept de vader des vaderlands, president Santokhi op om aan deze Surinamers te denken!

Nationale Democratische Partij