Zunder: Taboes worden doorbroken
21 Feb 2022, 11:38
foto
Armand Zunder, voorzitter Nationale Reparatie Commissie Suriname.


De president van de Centrale Bank van Nederland, Klaas Knot, heeft recentelijk na de publicatie van een onderzoek van de Universiteit van Leiden over de betrokkenheid van de eerste bestuurders van de Nederlandsche Bank (DNB) aan de slavernij  o.a. gesteld: ’De bevindingen zijn behoorlijk stevig binnengekomen en dit heeft ons diep geraakt. We komen later dit jaar met een vervolgreactie en excuses zijn niet uitgesloten. We gaan daarover nog eerst in gesprek met maatschappelijke organisaties’.

Armand Zunder, voorzitter van de Nationale Reparatie Commissie Suriname merkt naar aanleiding van de opmerking van de president van DNB op dat de betrokkenheid van de Nederlandse koopliedenbankiers- en bestuurselite aan de slavenhandel en slavernij vanaf de zeventiende tot en met de negentiende eeuw voor hem geen nieuws was, maar dat door de resultaten van het onderzoek te publiceren, wel de zoveelste taboe ter zake het Nederlandse slavernijverleden beetje bij beetje, stukje voor stukje wordt doorbroken.

Klein stuk van het werkelijke verhaal
Het door onderzoekers van de Universiteit van Leiden gedane onderzoek acht hij echter absoluut niet compleet. Er ontbreken namelijk tenminste drie hoofdzaken in het rapport. Deze hoofdzaken zijn zeer marginaal aan de orde gesteld. In de eerste plaats hebben de onderzoekers naar zijn opinie doelbewust verzuimd om de plantages die meer dan een miljard florijnen ten behoeve van de Nederlandse economie hebben opgeleverd, te belichten op o.a. de arbeidsverhoudingen en aan te geven onder welke gewelddadige, onmenselijke en racistische omstandigheden de productie zonder enige betaling aan de arbeidskrachten, op de plantages heeft plaatsgevonden. In de tweede plaats hebben de onderzoekers verzuimd om de ernstige doorwerking van het slavernijverleden op de hedendaagse nazaten van de tot slaaf gemaakte Afrikanen in Suriname, Curaçao en andere gebieden waar Nederlanders mensen tot slaaf hebben gemaakt, te onderzoeken.

Deze beide tekortkomingen van het onderzoek zijn ontstaan, omdat dit onderzoek zoals vanouds vanuit een Eurocentrische bril is verricht. Een derde ernstige tekortkoming van het onderzoek is dat de onderzoekers de ‘betrokkenheid’ van bestuurders van DNB hebben aangetoond, maar zij hebben niet de ‘guts’ gehad om te berekenen wat de bank als instituut aan de slavernij heeft verdiend  in de periode 1814-1873, of ten minste wat de bank heeft verdiend aan facilitering van het beschikbaar stellen van de compensatiegelden/herstelbetalingen die bij de Emancipatie in 1863 aan de ‘eigenaren’ van tot slaaf gemaakte Afrikanen in Nederland zijn uitgekeerd.

Hoe verder?
De president van DNB heeft in overweging gegeven om later dit jaar verder op deze materie in te gaan. Het is daarbij van belang dat DNB er rekening mee houdt dat de slavernij in Suriname en niet in Nederland heeft plaatsgevonden. Dit betekent dat vooral maatschappelijke organisaties in Suriname, Curaçao en andere locaties waar Afrikanen door Nederlanders tot slaaf zijn gemaakt, in het natraject moeten worden betrokken. Ook dient de directie van DNB in overweging te nemen om haar inzichten over het Nederlandse slavernijverleden niet te beperken tot het kleine stuk van het verhaal dat door de Leidse onderzoekers is verricht, maar ook de hiervoor aangehaalde ontbrekende delen van het verhaal te laten onderzoeken.

Het zou volgens Zunder wijs zijn dat pas na het aanvullend onderzoek de directie van DNB op gepaste wijze excuses over het slavernijverleden van het instituut zou aanbieden. Aangezien de slavernij in Suriname, Curaçao en elders heeft plaatsgevonden is het van belang dat het besef bij de DNB directie doordringt dat de excuses In Suriname, Curaçao en elders, goed voorbereid moeten worden aangeboden en ook uiteraard moeten worden geaccepteerd door de nazaten van de eerder tot slaaf gemaakten. In het proces van voorbereiding van de excuses zal met de directie van DNB worden onderhandeld over een programma van herstel, dat ligt in de lijn van het Tien Punten Programma van de staatshoofden en regeringsleiders van de Caricom uit 2014.
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May