VSB wil flexibel tarief voor gebruik Surinamerivier

Op 1 januari 2022 zal de diepgang voor de Surinamerivier van 4,5 meter formeel een feit zijn. Dan gaat ook de vergoeding voor het gebruik van de rivier in. Schepen die gebruik maken van de rivier moeten vanaf 1 januari US$ 6,25 per metrieke ton betalen. De Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB) is voorstander van een flexibele modaliteit in plaats van een vast tarief.

De vergoeding is noodzakelijk voor het terugbetalen van de financiering van de 'Capital Dredging' uitgevoerd door de baggeraars en het maintenance dredging proces (behoud van de diepgang). De VSB zegt dat de hoogte van de 'Vergoeding voor gebruik Surinamerivier (VVG)' een negatief effect kan hebben op enkele lage commodity groepen met name de eerste levensbehoeften. Zij heeft daarom een voorstel gedaan aan de minister van Openbare Werken om het VVG-vasttarief van US$ 6,25 per metrieke ton op inkomende en uitgaande ladingen te vervangen met een flexibele modaliteit gebaseerd op het soort goederen (Asycuda HS codes) voor de berekening van het VVG-tarief.

Tijdens een stakeholderssessie op woensdag 15 december hebben het ministerie van Openbare Werken en de Maritieme Autoriteit Suriname toegezegd het voorstel van de VSB nader te bekijken. De bedrijvenorganisatie wil dat de autoriteiten de flexibele modaliteit van de VVG serieus bekijken, "omdat belangrijke producten in Suriname onevenredig worden belast en deze zullen doorwerken in de prijzen naar de consument." In een persbericht wijst de VSB erop dat de impact op de kosten van exportproducenten met lage marges door de huidige vorm van de VVG, een minder goede competitieve positie op de internationale markt zullen innemen.