Ingezonden: Wat is de status van het Surinaamse Educatief Plan 2002?
10 Aug 2011, 08:30
foto
Bert Eersteling


Het Surinaamse educatief plan (SEP) is een lang termijn Onderwijs Strategisch Plan (OSP) dat na diverse congressen en workshops in september 2002 tot stand is gekomen. Tijdens de diverse workshops is er in discussiegroepen als in plenair verband op zeer gedegen wijze gediscussieerd over het onderwijsbeleid dat in de komende 20 jaren uitgevoerd moet worden in Suriname. Uiteraard is daarbij het accent gelegd op de fundamentele hervorming van het huidige lager onderwijs. Er is daarbij geconstateerd dat de laatste vernieuwing van het Gewone Lager Onderwijs van de jaren 70 van de vorige eeuw dateert.

Dus 40 jaren lang is het onderwijs qua structuur en inhoud niet of nauwelijks veranderd, terwijl het (een) onderwijsproces steeds om de 10 tot 15 jaren geëvalueerd en eventueel geadapteerd dient te worden aan de maatschappelijke realiteit en behoefte. Hierbij wordt het accent gelegd op de sociaaleconomische ontwikkeling van Suriname. Onderwijs is een dynamisch proces dat absoluut gelijke trend dient te houden met de maatschappelijke ontwikkeling, nationaal zowel internationaal. Het is nergens voor nodig om schuldvraag op te werpen omtrent het ernstig verzuim de onderwijsontwikkeling consequent bij te houden de afgelopen 40 jaren. Wij hebben als land en volk faliekant gefaald na 1979 om onderwijsvernieuwing als een “on going proces” op een consequente en consistente manier door te voeren. Dit impliceert dat een collectieve verantwoordelijkheid versaagd is in de afgelopen decennia, hetgeen betekent dat er voor wat mij betreft een collectieve schuld gedragen dient te worden. Waar wij naartoe moeten is om collectief, een ieder naar eigen vermogen, kennis en vaardigheid, alles te doen om een inhaal manoeuvre tot stand te brengen voor wat betreft het inlopen van de achterstand in onderwijsontwikkeling, bekeken tegen de mondiale en regionale trend.

Hoe en waarom het SEP in 2002
Suriname heeft samen met 156 landen in 1990 in Jomtiem Thailand onder supervisie van de VN/Unesco een commitment gemaakt om Basic-education strategie te ontwikkelen. Deze landen vonden en vinden nog steeds dat er Basic-Education For All (B-EFA) een feit moet zijn in de respectievelijke landen. In 2000 moesten de landen in Dakar Senegal hun lang termijn plannen ter zake presenteren aan de VN/Unesco. De meeste landen hebben dit plan niet kunnen presenteren en dus werd een hernieuwde afspraak gemaakt om uiterlijk 2002 te voldoen aan voornoemd commitment. Suriname heeft zich correct gedragen en heeft op 16 september 2002 het lang termijn plan in concept aangeboden aan de toenmalige regering. Mijn informatie luidt dat dit concept de Staatsraad reeds gepasseerd is en zou ter behandeling aangeboden moeten worden aan DNA. Voor zover ik het weet is het document niet behandeld in DNA. Dat heeft het Minov echter niet weerhouden om alvast met de fundamentele vernieuwing van het onderwijs te beginnen en wel vanaf de basis. Suriname heeft voor dit doel een lening gedaan bij de IDB.

Het lijkt mij goed om een zeer vooraanstaande persoonlijkheid (Drs.Wim Udenhout) in Suriname aan het woord te laten door zijn volgende citaat in dit stuk op te nemen.
Citaat: “Ik ben onder de indruk van de deskundigheid die aan het werk is geweest bij het samenstellen van het Surinaams Educatief Plan. De concepties over onderwijs en vorming in de context van individuele ontplooiing, maatschappelijke ordening en ontwikkelingsstrategie vind ik de juiste. Er is goed inzicht ontwikkeld in de relatie tussen de moderne technologie en nationale ontwikkeling. De bronnen waaruit de samenstellers hebben geput zijn gezond, en het draagvlak is verzekerd door de processen via welke het SEP tot stand is gekomen. Bestudering van het SEP versterkt het vertrouwen in het kennelijk nog steeds ruimschoots aanwezig Surinaams kader. De Preambule van het SEP zegt dat het gestoeld is op een nationale en partijpolitiekneutrale visie. De winnaar (Staat Suriname) moet steeds een hoge mate van creativiteit, innovatief denken, discipline, doorzettingsvermogen en een sterk ontwikkelde arbeidsmoraal vertonen. Dit moet de educatiefilosofie zijn die het Surinaamse opvoedingssysteem inspireert. Hiermee zijn alle elementen aanwezig voor een sterk en dynamisch bedrijfsleven, dat steeds zal kunnen putten uit een goede voorraad inzetbare werkers en met zelfvertrouwen tijdig inspelen op de veranderde eisen van de wereldeconomie. Zonder dit leidmotief zal onderwijshervorming niet meer zijn dan institutionele moderniteit en dus geen basis bieden voor het voortbestaan van deze natie”.

Wie het SEP gelezen (bestudeerd) heeft zal inderdaad niet tot andere inzichten kunnen komen dan die van de heer drs.W.Udenhout ter zake. Ik mag u verzekeren dat het SEP voor wat de inhoud betreft, het absoluut een authentieke Surinaamse product is dat in breed verband tot stand is gekomen. Dat een aantal mensen geroepen zijn om de tekstuele en deskundige ordening te trekken is zonder meer een feit. De input komt echter van alle relevante maatschappelijke organisatie(public-private sfeer). In het SEP is een scherpe scan middels een SWOT analyse gemaakt van het huidige onderwijssysteem. De fundamentele knelpunten zijn geïdentificeerd en aan nadere analyse onderworpen. De regionalisering van het onderwijs is ook nader bestudeerd tegen de achtergrond van de Carribean Education Strategy (CES) en in veel mindere mate aan de Nederlandse Onderwijs Strategie. Er is bij de vergelijkende studie, vanwege het dekolonisatie karakter van SEP doelbewust afgezien om de onderwijsontwikkelingslijn van Nederland te volgen.

Het is derhalve onjuist als mensen het idee hebben dat in het SEP de Basisonderwijsontwikkeling van Nederland is gevolgd. Ik heb alle conferenties in het kader van SEP meegemaakt en ik kan u vertellen dat absoluut daar geen sprake van is geweest. Suriname heeft zelf bepaald dat het minimale Basic-Education level die alle Surinamer zou moeten halen de eindterm van de huidige 3e klas mulo moet zijn(ideale streven). In de discussie is Basic-Education letterlijk vertaald als Basisonderwijs. In de discussie is ter sprake gebracht een 10,11 en 12 jarige Basisonderwijs. De keuze na argumentaties is gevallen op een 11 jarige Basisonderwijs, waar de KLO+GLO+3 VOJ jaren geïntegreerd zijn.

Uitgaande van deze korte samenvatting over de historie van het SEP en de bevindingen van W.Udenhout wil ik als Surinamer weten wat de status van het SEP is.

Bert Eersteling
Een maatschappij analist
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May