Van Trikt, die langer dan een uur het laatste woord voerde, zei dat bij hem vanaf januari vorig jaar het gevoel leeft dat het enige wat verwacht wordt, is dat hij de valse aantijgingen allemaal bekent en zich verontschuldigt. Minister Hoefdraad heeft zelf op 21 januari 2020 aangegeven dat de governor van de CBvS oneervol is ontslagen, terwijl Van Trikt beweert dat hij zijn ontslagbrief had ingediend. “Tja en toen opgesloten achter de tralies, nog steeds na 642 dagen. Aan de hand van de verhoren en de feitelijkheden zoals u voorgehouden, ziet u ook dat zelfs de aanhouding onrechtmatig is. Deze is gebaseerd op assumpties en meningen die achteraf niet juist blijken te zijn van een advocatenkantoor die niet heeft gelezen dat in de Anticorruptie wet staat dat er aangetoond moet worden en geen ruimte gelaten mag worden voor interpretatie.”

Van Trikt stond er ook bij stil dat hij in het begin een contactverbod kreeg voor twee weken. Volgens hem vergeet de vervolging voor het gemak dat de tweede beperking is afgewezen door het Hof van Justitie. Het Openbaar Ministerie (OM) communiceerde dit niet met de raadslieden waardoor hij laat toegang kreeg tot zijn advocaten. “Ik ben als verdachte geplaatst in een inrichting tegen alle internationale verdragen in, mijn persoon is gecriminaliseerd. Er heeft karaktermoord plaatsgevonden, alle informatie, ook confidentiële informatie, is in het publieke domein terechtgekomen zonder privacyoverwegingen. Door Covid-19 heb ik bijna twee jaar mijn kinderen, mijn vrouw, mijn moeder en mijn oma niet gezien en ook geen telefonisch contact gehad.”

Van Trikt benadrukte dat hij geen nadelige contracten heeft getekend. Hij heeft geen oneigenlijke voorwaarden bedongen. Bij het aangaan van contracten of projecten was eenieder betrokken bij het beleidsbepalen van de CBvS. Hij ontkent een gift of persoonlijke oneigenlijke verrijking te hebben ontvangen of gekregen. En de projecten hebben volgens hem niet geleid tot een nadeel.

Rechter Maytrie Kuldip Singh zal op 22 december vonnis wijzen.