Oliediefstal Colombia stijgt nu gesmokkelde benzine afneemt

Diefstal uit oliepijpleidingen in Colombia neemt een hoge vlucht nu criminele bendes de slinkende voorraden gesmokkelde Venezolaanse benzine willen vervangen voor gebruik in de drugshandel. Dat blijkt uit gegevens van oliepijpleidingexploitant Cenit en belastingautoriteiten.

Benzine is een belangrijk onderdeel bij het maken van cocaïne, maar er was een tekort aan brandstof in Venezuela tijdens de sociale en economische crisis van dat land. Dus tappen criminele groepen in Colombia pijpleidingen af ​​voor steeds meer ruwe olie, die ze later moeten verfijnen. Colombiaanse misdaadbendes sturen ook een deel van die ambachtelijke brandstof naar Venezuela, een omkering van historische smokkelpatronen.

"Nu is het veranderd", vertelde Yessica Prieto, project- en onderzoeksdirecteur van de Colombiaanse belangenbehartigingsgroep Crudo Transparente, aan Reuters. "Het zijn... Colombiaanse maffia's, of criminele groepen, die Colombiaanse ruwe olie stelen, het illegaal raffineren - uiteraard ambachtelijk - en die over de grens met Venezuela brengen."

Diefstal van ruwe olie in Colombia - voornamelijk uit de Cano Limon-Covenas-pijpleiding nabij de Venezolaanse grens - bereikte in de eerste helft van 2021 ten minste het hoogste punt in zes jaar. Dat tonen gegevens van pijpleidingbeheerder Cenit, een dochteronderneming van Colombia's grootste staatsbedrijf oliemaatschappij, Ecopetrol.

Gestolen olie wordt verwerkt in clandestiene raffinaderijen.  Het wordt omgezet in een rudimentaire benzine die bekend staat als "pategrillo" of "cricket's foot" door zijn groene kleur en die wordt gebruikt bij de productie van cocaïne, aldus politie en analisten.

Volgens Cenit werden tot en met 30 juni gemiddeld 3.299 vaten olie per dag gestolen in Colombia, tegen 1.796 vaten per dag in 2016. Vergeleken met 2020, toen er elke dag gemiddeld 2.744 vaten ruwe olie werden gestolen, steeg de oliediefstal in Colombia in de eerste helft van dit jaar met een vijfde.

Terwijl de oliediefstal is gestegen, is de hoeveelheid benzine die wordt aangehouden op verdenking van smokkel in dezelfde periode sterk gedaald, volgens gegevens van de Colombiaanse belastingdienst DIAN.

Autoriteiten onderschepten een record van 694.894 gallons brandstof in 2017 in vijf provincies langs de grens met Venezuela. Volgens de DIAN is dat cijfer tegen 2020 gedaald tot 107.616 gallons. In de eerste helft van 2021 werd slechts 18.484 liter brandstof onderschept.

De DIAN schreef de daling van de gesmokkelde brandstof toe aan de onrust in Venezuela, waar de olieproductie en -raffinage sterk zijn gedaald, en het succes van de antismokkelwetgeving. De economische crisis van Venezuela "heeft de stroom van koolwaterstoffen van Colombia naar Venezuela aangedreven", zei de DIAN in een e-mail.

De overgrote meerderheid van de oliediefstallen vindt plaats langs de Cano Limon-Covenas-pijpleiding, met 2.430 vaten ruwe olie die in de eerste helft van 2021 per dag worden gestolen. In 2020 werden er elke dag 2.008 vaten olie uit de pijpleiding gestolen, zei Cenit.

Eenmaal geraffineerd, wordt de gestolen ruwe olie gebruikt om cocapasta te maken, een voorloper van cocaïne. Bladeren van coca worden gemengd met benzine om bepaalde plantaardige stoffen te extraheren, waarbij liters brandstof nodig zijn om slechts één kilo te maken.

Brandstof kan ook naar Venezuela worden gestuurd of worden gebruikt voor machines op illegale mijnsites, zei de Colombiaanse politie.

"Het belangrijkste gebruik is om plantaardige stoffen te verwerken tijdens de cocaïneproductie", vertelde brigadegeneraal Jesus Alejandro Barrera, directeur van de Colombiaanse plattelandspolitie, aan Reuters. "Toen (criminele groepen) eenmaal zagen dat ze benzine niet rechtstreeks uit Venezuela konden halen, zeiden ze: 'laten we deze pategrillo gebruiken als ingrediënt om deze verbindingen te maken.'"

Het herstellen van schade aan Cano Limon-Covenas veroorzaakt door illegale kleppen - gebruikt om olie te stelen - en bomaanslagen door de linkse ELN-guerrilla's kostte 42 miljard pesos, bijna 11 miljoen dollar, in 2020, zei Cenit's vicepresident van pijpleidingen, Sandra Milena Orozco.