De ‘Pop Up Voedselbank Plus’ zoals het project officieel heet, waarbij behoeftigen op een bepaalde locatie gratis een voedselpakket, kledingstukken en andere spullen mogen ophalen, is deze keer op Latour geweest. Mensen waren al heel vroeg op de been, maar niet iedereen was van Latour. De voorkeur is gegaan naar mensen van Latour die van een nummer voorzien waren, mensen die slecht ter been waren en mensen met een gebrek. Er waren 100 nummers uitgedeeld. Uiteindelijk zijn meer dan 120 personen geholpen. Ook is een grote groep geholpen die na sluitingstijd nog kwam aanlopen want “alles wat we kunnen vinden helpt.” Het aantal is onbekend. 

De stichting registreert iedereen die ze helpt aan een voedselpakket. Een pakket per gezin, per adres. Hierdoor wordt voorkomen dat meerdere mensen uit hetzelfde gezin een pakket krijgen. Maar soms zijn er meerdere gezinnen per adres en is de organisatie voor een dilemma gesteld. Elk gezin op dat adres helpen en daardoor de mensen die met een nummer in de rij staan, tekort doen? “Bij sommige gevallen hebben we door de vingers gekeken,” geeft voorzitter Gail Eijk aan. “Kijk, we proberen zoveel mogelijk iedereen die hier staat te helpen. Het is niet leuk. Dat hebben we ook gezien aan het eind. Dat mensen in de rij staan en uiteindelijk…krijgen ze niks.”

Door het registratiesysteem zijn er ook enkele ‘boromans’ gesnapt; dezelfde personen die de vorige week al geholpen waren of iemand anders uit een gezin die al geholpen was, zijn komen opdagen. De vorige locatie van de voedselbank was aan de Gemenelandsweg. Op de ‘plus’ afdeling (kleren en andere spullen) ging het gesmeerd. Ook daar waren er mensen die, elke keer als de voorraad wordt aangevuld, er weer bij zijn. “Mensen, alstublieft, houdt u rekening met anderen noh!” moet een medewerker een paar keer roepen. “Ie no kan tek’ alla toch. Trawan habi den krosi fanowdu toe. Yu teki keba.” 

Eijk probeert voorlopig niet buiten de centrale tent te stappen. Elke keer als ze dat doet wordt ze omringd door mensen die een probleem hebben en direct hulp verwachten. “Ik begrijp de mensen maar ik kan maar zoveel doen,” geeft ze aan. “Ik kan niet het werk van lanti doen. Maar waar wij kunnen helpen gaan we helpen. De nood is hoog. Dat was de vorige week al duidelijk, maar deze keer nog meer. Aan de kant blijven staan legt geen zoden aan de dijk. Daarom doen we dit. Maar dat kan alleen als er donaties blijven komen. Alles helpt. Ook dat blikje bruine bonen in je kast dat je nog lang niet gaat klaarmaken. Breng het. Give a little, help a lot!”. Als alles goed verloopt is de voedselbank over twee weken in Commewijne.