Op basis van nieuwe instructies voor de slagingsnormen van het LBO, hebben kinderen die heel wat onvoldoendes hebben behaald, een diploma op zak.
Leerlingen van het Lager Beroeps Onderwijs (LBO) B richting schrijven zich in voor het Schakelinstituut Middelbaar Onderwijs (SMO) met bijzonder lage cijfers.  Met 50 punten voor 10 vakken (gemiddeld een 5 per vak), krijgt een leerling een diploma voor het LBO. Dit op basis van nieuwe instructies die afgevaardigd zijn door het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur.

Leerlingen van leerjaar 4B die rekenkundig het gemiddelde cijfer 5 of meer hebben gehaald (het aantal punten gedeeld door het aantal vakken) ongeacht het aantal punten binnen de groep, zijn geslaagd. Dit staat in een instructie van de waarnemend directeur Algemeen Vormend Onderwijs, Gracia Ormskirk, aan de directeuren, onderdirecteuren, afdelingshoofden, inspecties en coördinatoren van de VOJ-LBO-scholen. Leerlingen die deze norm niet hebben gehaald, kwamen in aanmerking voor herkansing en mochten in maximaal 3 vakken, waar ze het cijfer 5 of lager hebben gehaald, het opnieuw proberen.

Leerkrachten fronsen hun wenkbrauwen over dat leerlingen met drietjes en viertjes toch nog de eindstreep hebben gehaald. De norm van 6 om te kunnen slagen, is er niet meer, merkt een onderwijsdeskundige op tegen Starnieuws. "Er ontstaat ook een vertekend beeld over het slagingspercentage als de normen dit schooljaar zijn verlaagd. De verhoogde percentages dit schooljaar worden in twijfel getrokken. Is dit kwaliteitsverbetering of is het kapot maken van de toekomst van de jeugd?" vraagt een bezorgde leerkracht zich af.