Suriname en Guyana willen oplossing Tigri grenskwestie

President Chan Santokhi heeft na terugkomst van zijn tweede officiële bezoek aan buurland Guyana, meegedeeld dat er gesprekken zijn begonnen over de grenskwestie aan de Boven-Corantijn. Of Suriname het Tigri gebied dat sinds 1966 door Guyana wordt bezet terug opeist, is niet duidelijk. Het staatshoofd en minister van Buitenlandse Zaken, Albert Ramdin hebben daar geen duidelijk antwoord op. Ramdin heeft uitgelegd dat er een besluit zal worden genomen als het proces van overleg is afgerond.

Net als zijn voorganger Desi Bouterse richt Santokhi zich op de "zaken die ons binden en niet wat ons scheidt" als het op de grenskwestie aankomt. De staatshoofden van beide landen willen via dialoog een duurzame oplossing voor de grenskwestie. Er zijn grenscommissies in beide landen ingesteld. "We moeten leiderschap tonen en het probleem niet verder afschuiven naar de volgende generatie," zegt Santokhi. "Laten we de volgende generatie niet ermee belasten. Neem verantwoordelijkheid en praat, zoek oplossingen. Dat is de visie van de twee nieuwe presidenten."

Op 27 augustus gaat een ondercommissie van de grenscommissie, de gesprekken voortzetten over de Boven-Corantijn. Op vragen of Suriname het betwist gebied opeist, en wat het standpunt of uitgangspunt is bij de gesprekken, is een antwoord uitgebleven. Ramdin: "Op dit moment is er een mandaat om de uitwisseling van historische documenten af te ronden. Daarna zal op basis van de gezamenlijke rapportages door de subcommissies een gezamenlijk eindrapport met aanbevelingen worden opgesteld. Die zal worden aangeboden aan de voorzitters van de beide grenscommissies. Die zullen het dan weer aanbieden aan de regering. Ik wil niet vooruitlopen op de bevindingen."

"In ieder geval is er een uitgebreide uitwisseling van documentatie," vervolgt Ramdin. "Daar wordt aan gewerkt. Zodat wij ook beschikken over alle documenten." Hij legt uit dat Suriname zorgen voor het conceptverslag van de vergadering. Guyana zal het concept eindrapport presenteren. Op basis daarvan zal een finale rapport worden gepresenteerd aan beide regeringen door beide voorzitters. "Dat is het traject. Het is pas daarna dat besluiten genomen zullen worden. Eerst het historisch- en technisch onderzoek. Het is een proces. Daarom is er een commissie. Er is een werkagenda. Het is een proces van overleg. Dat gaat langzaam maar zeker naar een besluitvorming toe."