Schaarste, productie en politici
17 Jul 2021, 13:07
foto


“Stop a pina, a volk e dede”. “De regering moet met het volk gaan praten.” “Tomaten sardien is luxe geworden.” Deze retoriek vertroebelt alleen de werkelijkheid. De basis van de economische ramp in Suriname is de schaarste aan Amerikaanse dollars.

Iedereen komt geld tekort en eist meer geld. Maar geld is niet het grootste probleem. Als dat zo is, dan zou de overheid gewoon meer Surinaamse dollars kunnen persen en verdelen zodat iedereen binnen een dag rijk zou zijn. Maar met al dat geld zou men toch niet rondkomen omdat er geen productie tegenover staat. De prijzen zouden nog meer omhoogschieten. Het gaat dus niet om geld, het gaat om productie.

De overheid kan geen Amerikaanse dollars persen. Deze kunnen alleen worden verdiend door goederen of diensten te ruilen. De afgelopen jaren zijn er te weinig Amerikaanse dollars verdiend en te veel geleend. En het meeste van die verdiensten en leningen zijn verdampt door corruptie en niet besteed aan productie. Daarnaast zijn er te veel Surinaamse dollars gedrukt en in omloop gebracht, om ambtenaren te betalen en te consumeren.

Suriname leek een paradijs waar alles in overvloed was. De winkelrekken stonden vol met betaalbare buitenlandse sardines, bakolie, pindakaas, uien, aardappelen, toiletpapier en ga zo maar door. Het was een fictief paradijs. De werkelijkheid heeft hard toegeslagen. Het kaartenhuis van de schijnwelvaart is ingestort. Het verlangen naar buitenlandse producten overtreft wat men zich als land kan veroorloven. Onze grootouders in de districten leefden zonder veel luxe buitenlandse goederen. Ze aten wat het land opleverde en deden het met wat ze hadden. Hun levensstandaard was lager dan die van de verarmde middenklasse van vandaag, maar hun moraal was hoog.
Suriname is een land van veel inputs en weinig output, te veel import en te weinig productie. Er gaan veel meer deviezen het land uit dan er binnenkomen. Er is veel handel, maar weinig industrie. De productiviteit is laag. Daarom daalt de levensstandaard.

Het land is potentieel het 17e rijkste land ter wereld. Maar dit zegt niets. Het gaat om de beslissingen die worden genomen over het gebruik van land, arbeid, kapitaal en andere hulpbronnen. Er zijn landen zonder grondstoffen met een hoge levenstandaard, zoals Japan, Singapore, Zuid-Korea en Zwitserland. Venezuela, Suriname en Zimbabwe zijn rijk aan grondstoffen, maar de levenstandaard is laag. De economische principes in al die landen zijn hetzelfde. Het enige verschil zit in de beslissingen die men neemt. Beslissingen zijn belangrijker dan bodemschatten. In Suriname worden de beste concessies gegeven aan incompetente vrienden en familie of verkocht aan speculanten.

Surinaamse grondstoffen verlaten het land onbewerkt. Gelukkig is er op een alternatieve manier gebruik gemaakt van water: de waterkrachtcentrale. Maar hout verdwijnt onbewerkt naar het buitenland, er worden zelfs geen tandenstokers of lucifers van gemaakt. Suriname was een grote bauxietleverancier, maar produceerde nooit een aluminium pan of lepel.

Politici denken alleen aan de volgende verkiezingen en nemen populaire beslissingen, die meestal verkeerde beslissingen zijn. De kiezers en politici op wie ze stemmen, zijn mede verantwoordelijk voor de economische ramp. De Chinezen waren 50 jaar geleden straatarm. Toen besloten ze het economisch beleid te veranderen en nu zijn ze de tweede economische macht ter wereld. Het is een kwestie van keuze of een land arm of rijk is.

De inspanning van de huidige regering is gericht op het oplossen van de schaarste aan Amerikaanse dollars. Dit moet op een nette manier gebeuren, niet door middel van witwassen of drugshandel. Schaarse Amerikaanse dollars moeten daar gaan waar de opbrengst in termen van productie het grootst is. Als een ondernemer in staat is om van een Surinaamse grondstof een mooi product te maken voor export of importvervanging, dus om deviezen te verdienen of te sparen, dan zou het niet uit moeten maken of hij een buitenlander is of lid is van de NDP, VHP, ABOP, NPS of wat dan ook, omdat iedereen baat heeft bij zo’n product.

De regering doet haar best om de overtollige Surinaamse dollars uit de roulatie te krijgen en de buitenlandse schulden zo te herschikken dat ze de Amerikaanse dollars niet opslokken. Helaas is het nog niet gelukt om de productie en de werkgelegenheid te stimuleren. De investeerders zijn nog niet gekomen of ze kijken nog de kat uit de boom vanwege de zwakke instituten.

“Het aanpassen van het minimumloon” is ook politieke retoriek. Klinkt mooi, want het helpt arme mensen om een fatsoenlijke boterham te verdienen, maar uiteindelijk schaadt het de armen. Ervaring in andere landen leert dat naarmate het minimumloon stijgt, het aantal banen in de industrie daalt.

De vraag is of dit kabinet het lef zal hebben om de ineffectieve ambtenarij terug te dringen. Wie ontslagen wordt, moet wel snel een andere baan kunnen vinden. Alles moet dus gericht zijn op productie. Het is produceren of creperen.

D. Balraadjsing
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May