Olie bereikt hoogste niveau in bijna drie jaar

De olieprijzen klommen vrijdag naar hun hoogste niveau sinds oktober 2018. Beide benchmarks gingen voor de vijfde week op rij omhoog door de verwachting dat de vraag groter zal zijn dan het aanbod en dat OPEC+ voorzichtig zal zijn met het terugbrengen van meer ruwe olie op de markt vanaf augustus.

De wereldwijde benchmark Brent-futures stegen 62 dollarcent (0,8%) tot US$ 76,18 per vat, terwijl de Amerikaanse West Texas Intermediate (WTI) ruwe olie 75 dollarcent (1%) steeg tot US$ 74,05. Het waren de hoogste verhandelingen voor beide benchmarks sinds oktober 2018 en beide contracten stegen deze week met meer dan 3 procent.

"De prijzen voor ruwe olie stegen dankzij de verbeterende vraagvooruitzichten en boven verwachting zal de markt krap blijven, aangezien de OPEC+ waarschijnlijk slechts een kleine boost zal geven aan de productie tijdens de ministeriële bijeenkomst van 1 juli", zegt Edward Moya, senior marktanalist bij OANDA.

Alle ogen zijn gericht op de Organisatie van de Olie-exporterende Landen, Rusland en bondgenoten - samen OPEC+  -, die op 1 juli bijeen zullen komen om de verdere versoepeling van hun productiebeperkingen vanaf augustus te bespreken.

"De producentengroep heeft voldoende ruimte om het aanbod te vergroten zonder de daling van de olievoorraden te laten ontsporen, gezien de rooskleurigere vraagvooruitzichten", zegt Stephen Brennock van oliemakelaar PVM.

Aan de vraagzijde zijn de belangrijkste factoren waarmee de OPEC+ rekening moet houden, de sterke groei in de VS, Europa en China, ondersteund door de uitrol van coronavirusvaccins en de heropening van de economie. Analisten zeiden dat dit deze vooruitzichten werden tegengegaan door toenemende Covid-19-gevallen en uitbraken op andere plaatsen.

Het vooruitzicht dat de sancties tegen Iran worden opgeheven en dat er binnenkort meer van zijn olie op de markt komt, is afgenomen, waarbij een Amerikaanse functionaris zegt dat er serieuze meningsverschillen blijven bestaan ​​over een reeks kwesties over de naleving door Teheran van de nucleaire deal van 2015.

Het ontbreken van een tussentijdse overeenkomst tussen de nucleaire waakhond van de Verenigde Naties en Iran over het toezicht op atoomactiviteiten is een ernstige zorg die aan Teheran is gecommuniceerd, zei de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Antony Blinken, vrijdag.

Iran heeft niet gereageerd op de nucleaire waakhond van de VN over de verlenging van een monitoringovereenkomst die van de ene op de andere dag afliep, zei het agentschap op vrijdag, uren nadat Washington had gewaarschuwd dat het niet verlengen ervan de inspanningen om de nucleaire deal met Iran van 2015 nieuw leven in te blazen, zou schaden.

"Als er op 1 juli geen overeenkomst met Iran wordt bereikt, verwachten we dat de OPEC+ terugkeert naar de maandelijkse quota-instelling en een bescheiden productieverhoging voor augustus aankondigt tijdens zijn vergaderingen volgende week", zeiden analisten van ClearView Energy Partners LLC in een rapport.

Ondertussen is het aantal Amerikaanse booreilanden, een vroege indicator van de toekomstige productie, deze week met één gedaald tot 372, volgens energiedienstenbedrijf Baker Hughes Co. Ondanks die kleine daling, steeg het aantal boorplatforms in juni met 13 - de 10e maandelijkse stijging – en steeg met 48 in het tweede kwartaal, de derde opeenvolgende kwartaalstijging.