Kunnen staatsbedrijven hun prestaties en productiviteit verbeteren?
24 May 2021, 03:28
foto


De afgelopen dagen is de discussie over het benoemingsbeleid van de regering Santokhi voor bestuur en toezicht van staatsbedrijven weer eens flink opgelaaid. Deze keer na het nieuws over de benoeming van Leo Brunswijk, broer van vicepresident Ronnie Brunswijk, in de directie van de Energie Bedrijven Suriname (EBS). Surinaamse staatsbedrijven bieden onder andere basisdiensten aan burgers en bedrijven en beïnvloeden daardoor de economie en het leven van mensen op verschillende manieren. De staatsbedrijven zijn divers en variëren in grootte, bedrijfstak, complexiteit en mate van eigendom en zeggenschap van de overheid. Sommige zijn in wezen een verlengde arm van de overheid, terwijl andere een commerciële focus hebben.

Politieke inmenging
Opeenvolgende regeringen worstelen met de aanhoudende uitdagingen bij het effectief beheer en goed bestuur van staatsbedrijven. De historie laat zien dat het beheer en bestuur van staatsbedrijven politiek altijd moeilijk ligt. Bovendien leidt hun zwakke governance (ondernemingsbestuur) nog altijd tot wijdverspreide zorgen. Die worden versterkt door gebrek aan marktconformiteit, inefficiëntie, mogelijke corruptie en omkoping alsmede de grote risico’s die de staatsbedrijven met zich meebrengen voor de overheidsbegroting. Het is van groot belang dat iedere regering het maximale haalt uit staatsbedrijven. Dit, omdat burgers er op moeten kunnen vertrouwen dat de dienstverlening van de staatsbedrijven altijd optimaal is en dat deze bedrijven de economische- en de sociale ontwikkeling bevorderen.

Privatisering
De huidige diepe economische crisis stimuleert ook discussies over de instandhouding van staatsbedrijven en de overheidssteun aan deze bedrijven. Een van de meest gehoorde vragen is welke invloed veranderingen in het overheidsbeleid (telkens) hebben op hun prestaties en productiviteit. Velen stellen zich steeds meer de vraag of de overheid überhaupt zelf actief moet zijn in dienstverlening die beter door het particulier bedrijfsleven gedaan kan worden. Velen pleiten daarom ook voor de privatisering van staatsbedrijven. Zij zien niet alleen voordelen voor de overheid, maar de bedrijven zelf kunnen zelfstandiger en dus succesvoller opereren door de instroom van kapitaal en kennis. Van president Chan Santokhi wordt wel verwacht dat hij de gemeenschap volledig en juist informeert over zijn (eventuele) privatiseringsplannen en open kaart speelt.

Drie basisvragen

In de discussies over staatsbedrijven dienen eerst drie basisvragen beantwoordt te worden:
1. Welke waarde leveren staatsbedrijven met het geld van de belastingbetaler?
Werken ze efficiënt en in welke mate belasten ze de overheidsbegroting bij het vervullen van hun economische- en sociale opdracht? Zijn hun mandaten welomschreven, in voldoende mate gefinancierd en dragen ze bij aan beleidsdoelen?
2. Hoe moet worden omgegaan met de uitdagingen en risico's verbonden aan staatsbedrijven?
Heeft de overheid duidelijke strategieën en sterke instituten om regelmatig de prestaties en productiviteit van staatsbedrijven te evalueren?  Of om te beoordelen of een staatsbedrijf het beste instrument is om een beleidsdoel te bereiken?
3. Welke nieuwe uitdagingen brengt privatisering van staatsbedrijven met zich mee?
Staatsbedrijven profiteren vaak van expliciete of impliciete overheidssteun. Is deze ondersteuning alleen voor het compenseren van de kosten voor het uitvoeren van beleids- en ontwikkelingsdoelen? Of geeft het staatsbedrijven concurrentievoordelen ten opzichte van particuliere bedrijven?

Prioriteiten
De recente olie- en gasvondsten voor de kust zullen niet per definitie leiden tot economische ontwikkeling en welvaart. De schatten in de bodem voor de kust kunnen boven de grond zelfs leiden tot zeer scherpe tegenstellingen. De overheid kan met haar staatsbedrijven een grote(re) rol spelen bij een betere verdeling van de potentiële welvaart. De overheid mag dus geen openbare middelen verspillen in bedrijfstakken waar interventie niet nodig is of die geen wezenlijke bijdrage leveren aan het behalen van ontwikkelingsdoelen.

Argumenten voor de instandhouding van staatsbedrijven houden daarnaast moeilijk stand wanneer particuliere bedrijven op efficiëntere wijze goederen en diensten kunnen leveren. In sectoren waar staatsbedrijven een dominante rol spelen, zoals de sector nutsvoorzieningen, hebben het verbeteren van prestaties en het bereiken van een duurzaam bedrijfsmodel, prioriteit. De overheid zal ook manieren moeten vinden om particuliere investeringen aan te trekken om de activiteiten van staatsbedrijven te complementeren, omdat die waarschijnlijk niet altijd aan al haar ontwikkelingsdoelen voldoen.

Goed ondernemingsbestuur
De overheid moet passende prikkels geven en haar instituten versterken, zodat staatsbedrijven efficiënt kunnen werken en hun belasting op de overheidsbegroting beperken. Een sterk beleidskader moet een duidelijk en alomvattend eigendomsbeleid onderbouwen die ondersteunt wordt met passend overheidstoezicht en goed ondernemingsbestuur.

De mate van transparantie van staatsbedrijven en hun relatie met de overheid zijn cruciaal om hun controleerbaarheid te verbeteren. Maar zwak ondernemingsbestuur schaadt alle bedrijven, in het bijzonder staatsbedrijven. Als de (buitensporige) politieke inmenging in het bestuur en toezicht van staatsbedrijven vermindert, kunnen (zullen) staatsbedrijven dus beslist hun prestaties en productiviteit verbeteren.


Vincent Roep

Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May