Randjitsing: Ziekenhuizen hebben geen vordering bij SZF
21 May 2021, 00:00
foto
SZF-directeur Amar Randjitsing.


Amar Randjitsing, algemeen directeur van Staatsziekenfonds (SZF), adviseert verzekerden om gebruik te maken van de diensten van andere ziekenhuizen dan het Diakonessenhuis. Indien dit niet mogelijk is kunnen verzekerden voor restitutie terecht bij het SZF. Het Diakonessenhuis deelt mee dat de kwaliteit en continuïteit van de zorg bij stijgende kosten voor medicatie, medische verbruiksartikelen, zuurstof, medisch apparatuur, reagentia,voeding, nutsvoorzieningen en overige algemene kosten, niet langer is gegarandeerd. De financiële ondersteuning van de overheid en de zorgtarieven van het SZF zijn allang niet meer kostendekkend. Het Diakonessenhuis ziet zich genoodzaakt per eind mei een eigen bijdrage te vragen van SZF-patiënten. Randjitsing weerspreekt dat ziekenhuizen een vordering hebben bij het SZF.

De eigen bijdrage is in eerste instantie bedoeld voor gebruik van medicatie en medische verbruiksartikelen en zal op een later tijdstip doorgetrokken moeten worden naar uit te voeren poliklinische en klinische verrichtingen. De ziekenhuizen hebben vanaf het begin van de Covid-19 pandemie in maart 2020 zorg geleverd en hiervoor ook al hun resources ingezet. Dit, veelal ten koste van de reguliere zorg en de al zeer krappe financiële situatie van de ziekenhuizen, zegt het Diakonessenhuis.

Ziekenhuizen hebben de laatste periode kunnen overleven door donaties, hoger oplopende schulden bij bedrijven en banken, en middels onvoorspelbare financiële ondersteuning van de overheid ten behoeve van haar kritische crediteuren. Voor 2021 is de financiële ondersteuning voor de kritische crediteuren niet ontvangen, waardoor belangrijke leveringen voor de zorg aan patiënten ernstig in gevaar komen. Bovenop de lage SZF-zorgtarieven, wordt de overeenkomst van 2015 tussen het Staatsziekenfonds en de ziekenhuizen niet volledig nageleefd door het SZF, met als gevolg enorme vorderingen van ziekenhuizen bij het fonds.

Het SZF erkent dat op 16 april 2015 een overeenkomst is getekend tussen de Nationale Ziekenhuisraad (NZR), de Surinaamse Vereniging van Assurantiemaatschappijen (Survam), de Staatszorgverzekeringen NV en het SZF. Voor de regulier verzekerden betaalt het SZF een all-in ligdagtarief. Hierin zijn alle kosten opgenomen, zoals de hotelfunctie, verpleging, behandelingen door de specialist, medicatie, laboratorium- en röntgenonderzoeken. De op 16 april 2015 getekende overeenkomst voor de basiszorgverzekerden, gebaseerd op de BZSR-overeenkomst, houdt in dat het SZF alle kosten apart dient te betalen. Volgens dit zogeheten all-in-arts-out tarief zou het SZF naast het ligdagtarief andere kosten zoals de consulten van de specialist, apart moeten betalen.

Het SZF heeft geen invulling gegeven aan deze overeenkomst om de onderstaande redenen:
 Binnen een week na ondertekening van de overeenkomst moest een ingestelde tarievencommissie de tarieven voor onder andere ligdagen en operaties vaststellen. In artikel 12 lid 3 van de BZSR-overeenkomst staat: Voor de onderhandeling genoemd in lid 2 van dit artikel dient het Ziekenhuis de (door de accountant gecertificeerde) beschikbare gerealiseerde cijfers en de voorlopige cijfers van het lopend kalenderjaar, te overleggen toegespitst op de kosten en de opbrengsten per diens product waaruit o.a. de toerekening naar de opnamen per klasse-indeling blijkt.
Lid 2 BZSR-overeenkomst: Gedurende de onderhandelingen tot aan een bereikte overeenstemming inzake een nieuwe dienstverleningsovereenkomst zullen de in lid 1 genoemde tarieven vanaf 01 juli 2014 van kracht zijn.
• De ziekenhuizen zullen uiterlijk veertien dagen na vaststelling van de nieuwe tarieven of bereiken van overeenstemming over een hernieuwd tarievenstelsel, conform artikel 12 lid 3 van de BZSR-overeenkomst de benodigde cijfers aanleveren;
Het matrix kostentoerekeningsmodel vervolgens uiterlijk veertien dagen na aanlevering van de benodigde cijfers door de ziekenhuizen zal worden aangeleverd, eveneens conform artikel 12 lid 3 van de BZSR-overeenkomst. De overeenkomst was 30 dagen na 30 juni 2015 niet meer van kracht.

Volgens artikel 6 van eerdergenoemde overeenkomst zijn onder andere het SZF en de ziekenhuizen overeengekomen dat:
• De overeenkomst ingaat op 1 februari 2015;
• Partijen zich zullen beijveren om uiterlijk 30 juni 2015 nieuwe klinische en poliklinische tarieven zullen vaststellen en/of overeenstemming zullen bereiken over een hernieuwd tarievenstelsel;
• Indien op 30 juni 2015 er geen overeenkomst is bereikt zoals bedoeld in artikel 5 zullen de vigerende tarieven nog gedurende een periode van dertig dagen na 30 juni 2015 van kracht zijn. Gedurende deze periode zetten partijen zich in – zo nodig met interventies van derden – om alsnog tot overeenstemming te geraken;
• Is er na deze dertig dagen nog steeds geen overeenstemming bereikt, leggen partijen deze casus ter beslechting voor aan de Zorgraad zoals genoemd in de Wet Nationale Basiszorgverzekering. De Zorgraad geeft binnen dertig dagen een voor partijen bindend advies.

Voor zover bekend bij het SZF hebben geen van de partijen zich aan bovengenoemde artikelen van de overeenkomst gehouden. Daarom kan er in de optiek van het SZF geen sprake zijn van een vordering van het Diakonessenhuis op het SZF. Voor de volledigheid wordt aangegeven dat het SZF met de leiding van het Diakonessenhuis afgesproken heeft dat ze de onderliggende stukken van hun claim opsturen naar het SZF. Er is reeds gestart met de rechtmatigheidscontrole van de facturen van het Diakonessenhuis, zegt Randjitsing.
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May