Regering bouwt energiesubsidie af, tarieven fors omhoog

Het gemiddelde elektriciteitstarief zal dit jaar nog met 150% stijgen en in 2022 en 2023 met 50%. Tegen eind 2023 zal het stroomtarief kostendekkend moeten zijn. De huidige elektriciteitstarieven van het land zijn één van de laagste ter wereld. Ze dekken ongeveer 17% van de kosten. Het gevolg is dat de overheid jaarlijks 4 tot 5% van het bruto binnenlands product (bbp) moet subsidiëren aan energiekosten.

Dit is één van de vele maatregelen die staat in de technische overeenkomst die Suriname is overeengekomen met het Internationaal Monetair Fonds (IMF). In het document zijn de economische en financiële te nemen maatregelen om in aanmerking te komen voor de IMF-steun minutieus opgenomen. De regering is een Extended Arrangement under Extended Fund Facility (EFF) voor 36 maanden overeengekomen. Suriname zal het Herstelplan zoals aangeboden moeten uitvoeren, wil het in aanmerking komen voor de broodnodige financiële injectie voor zijn noodlijdende economie.

De regering streeft dit jaar naar een primair begrotingssaldo van -1,8% van het BBP en een primair overschot van 4,5% van het BBP in 2024. Het parlement heeft inmiddels de begroting voor 2021 goedgekeurd. Binnen het herstelplan wordt in de periode 2021-2024 gestreefd naar een verbetering van het primaire saldo met ongeveer 15% van het bbp, om tegen eind 2023 een primair overschot van 4,5% van het bbp te bereiken.

Om de aanzienlijke macro-economische onevenwichtigheden waarmee Suriname wordt geconfronteerd, aan te pakken is de regering begonnen met een eigen hervormingsprogramma dat de economie moet stabiliseren, de armen moet beschermen, de houdbaarheid van de schulden moet herstellen, internationale reserves moet herstellen en een sterke basis moet leggen voor toekomstige groei en welvaart. Het programma steunt op zes pijlers:
• Herstel van de budgettaire houdbaarheid;
• Schulden weer op een duurzaam niveau brengen;
• Versterking van het sociale vangnet om de meest kwetsbaren beter te beschermen;
• Verbeteren van het monetair beleidskader en een flexibele, door de markt bepaalde wisselkoers, toe te staan;
• Herkapitalisatie van het financiële systeem en verbetering van het bankentoezicht;