Willey B. zou haar negenjarige dochter met een heet deksel hebben verwond aan haar zitvlak. Het meisje verklaarde bij de politie dat haar moeder haar had gebrand op haar bil. Zij was thuis toen dit gebeurde. Haar moeder heeft haar met een heet deksel van een pot gebrand, omdat buren haar moeder hadden verteld dat een jongen haar had verkracht. Het slachtoffer gaf aan dat haar moeder het deksel op vuur had gezet. Toen dit deksel heet genoeg was, heeft zij dit op de grond gezet en het meisje met haar bil op het deksel gedrukt. Haar moeder had haar ook slagen toegebracht. Zij was toen bewusteloos geraakt nadat zij was gebrand. Haar moeder had haar niet naar de dokter gebracht.

Bij haar verhoor bij de politie gaf het meisje aan dat zij niet meer bij haar moeder wil wonen. Op de zitting heeft het slachtoffer alles ontkend. Zij gaf te kennen dat haar broer bezig was rijst te koken en dat haar moeder een deksel op het bankstel had gezet. Zij is toen op het deksel gaan zitten. Willey B. verklaarde dat zij van een buurmeisje had gehoord dat haar dochter was betrapt met een jongen. Zij bracht haar dochter naar huis en deed de deur op slot. Zij begon het kind toen te slaan.

De vrouw verklaarde dat zij een pot rijst op vuur had en dat het deksel van de pot is gevallen op de billen van het slachtoffer. Het meisje viel bewusteloos waarna zij stopte om haar verder te slaan. Een tante had haar voorgehouden het kind niet naar de dokter te brengen, want anders zou de politie haar opsluiten. Het deksel was ongeveer vijf minuten op de billen van het slachtoffer gebleven.

Toen de moeder het deksel weghaalde, zag zij dat de huid van het meisje aan het deksel was geplakt. Haar advocaat Maureen Nibte deed het verzoek tot de voorlopige invrijheidstelling. Zij zei dat de vrouw zeven kinderen te verzorgen heeft. De oudste zoon van dertien jaar let op de overige kinderen. Nibte zegt dat de vrouw erkent dat zij een fout heeft gemaakt. Rechter Duncan Nanhoe heeft geen beslissing op het verzoek van de raadsvrouw genomen. Hij zei dat rechter Lydia Ravenberg die belast is met de behandeling van deze zaak, een beslissing zal nemen. Dat zal gebeuren op 27 mei.