Column: Het oergevoel van muziek
11 Jul 2011, 07:00
foto
Zohaib en Nazia Hassan.


Ik was bij You Tube op zoek naar een muziekvideo van een prachtig lied dat de hele tijd in mijn hoofd zong: Zara chehra to dekhao... (Toon mij jouw gezicht en glimlach een beetje). Het is geschreven en gezongen door een knappe Pakistaanse zanger, Zohaib Hassan, met een droevig verhaal. Samen met zijn even knappe zuster stonden zij lange tijd in de top van de Pakistaanse popparade. De zuster kreeg kanker en overleed op jonge leeftijd. Haar broer heeft ter ere en nagedachtenis van haar een stichting in het leven geroepen die humanitair werk verricht.

Het liedje streelt mijn hart. Gek genoeg is de tekst niet zo indrukwekkend. Een gewone liefdestekst, maar de melodie is zo betoverend mooi.

Wat me in mijn zoektocht op You Tube opviel, was een video van een Surinaams-Javaanse zanger Bryan Lotulung. Een Javaan die dit lied zong en zijn video op de tonen van Zohaib Hassan opent met de opmerking: “Un dansi jèrè. Ham toke chahila”.
De begeleidende tekst meldt met dank aan Pasensi en John Sestro. De video was een opname van een optreden van zijn formatie afgewisseld met shots van Surinamers van allerlei etnische groepen die intiem schuifelen op de dansvloer en shots van mooie actrices uit Indiase films.
Bryan deed het geweldig. Zijn uitspraak van de Hindostaanse tekst klinkt erg Javaans-Surinaams, maar zijn emoties zijn heel overtuigend. Tussen het instrumentale gedeelte roept hij nog door de zaal: “Kaise, Kaise” waarmee hij lijkt aan te geven dat hij misschien geen idee heeft waar de tekst over gaat, maar wel de verbinding wil leggen met Hindostanen. Het eindigt met de boodschap: “Speciaal voor Asha”.

Ik heb geen idee wie Asha is, maar Bryan heeft nog een video gemaakt van hetzelfde liedje. Daarin speelt niet Asha, maar Rageena Ibrahim (as Regina) de hoofdrol met Bryan. De shots vertellen het verhaal van een verliefd stel in Rotterdam: de Javaanse Bryan en de Hindostaanse Regina. De tram laat je weten dat je in Rotterdam bent. Regina zet rozen in een vaas. Bryan leunt tegen een lantaarnpaal en zingt. Regina kijkt de ene keer dromerig naar de rozen. De andere keer bekijkt ze zichzelf en haar platte buik bewonderend in de spiegel. In een andere scène ontmoeten ze elkaar in het park en spelen het beroemde spel van verliefdheid uit de Indiase film: rennen om de boomstam, elkaar vasthouden en dan weer om de boom draaien op zoek naar elkaar.
Bij de aftiteling wekken ze ten onrechte de indruk dat het liedje van hen afkomstig is. Maar dat vind ik allemaal niet zo’n probleem.
Ik was getroffen door het etnische aspect van de beide video’s. Je ziet niet zo vaak dat Hindostaanse liedjes gezonden wordt door niet-Hindostanen, terwijl het omgekeerde vaker het geval is.
In beide video’s vond ik Bryan heel overtuigend in het overbrengen van de emoties uit dit Hindostaanse lied.

In mijn onderzoek naar etnische identiteit in de Hindostaanse diaspora worstel ik met de rol van emoties in de bepaling van de identiteit van een mens.
Muziek is bij uitstek een middel om emoties over te brengen die heel intens gekoppeld zijn aan de identiteit van een persoon.
Ik vraag me af of er zoiets is als een oergevoel van een groep (een etnische groep, een natie, een sociale klasse). Ik denk het wel. Ik denk dat er diepgewortelde emoties in een mens zijn die aangeven: dit is wie ik ben, dit is waartoe ik behoor, dit is mijn geschiedenis, de geschiedenis van mijn voorouders, de cultuur van mijn volk, de binding met mijn land.

En sommige liederen vatten die gevoelens samen in een melodie en tekst en roepen dat oergevoel op.
Neem een volkslied. Een volkslied roept de emotie van een natie op. Sommige mensen raken geëmotioneerd bij het horen van hun volkslied. Het geeft de binding met land, geschiedenis, cultuur en identiteit aan.
Maar hoe zit het in een multiculturele gekoloniseerde samenleving? Kan een volkslied bij alle groepen dat oergevoel oproepen?
Een prachtig voorbeeld is het volkslied van Zuid Afrika: Nkosi Sikelele Afrika (God zegene Afrika).

Ik heb dit lied vroeger vaak gezongen tijdens solidariteitsbijeenkomsten in de strijd tegen de apartheid in Zuid-Afrika. De tekst is godsdienstig en vraagt om Gods zegen voor Afrika. Maar de emotie is enorm krachtig, omdat dit lied overal in de wereld werd gezongen als blijk van solidariteit met de strijd van het Afrikaanse volk tegen het racistische apartheidssysteem en voor de vrijlating van Nelson Mandela. Heel vaak ging het zingen gepaard met het heffen van gebalde vuisten en het buigen van je hoofd. Dit lied vertolkt het oergevoel van vrijheid: als je dit lied zingt, bezing je de vrijheid.

Wat is het oergevoel dat zegt dat je bent wie je bent? Muziek kan die vraag beantwoorden. Dan blijkt dat je niet alleen Hindostaan of Javaan kan zijn, en niet opgesloten hoeft te zijn in één identiteit, maar ook gewoon mens kan zijn en kan genieten van het oergevoel dat besloten zit in alle muziek.

Sandew Hira
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May