Nog een stapje in vastleggen Surinaamse oostgrens

Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, Internationale Handel en Internationale Samenwerking heeft een protocol ondertekend dat als bijlage hoort bij het Verdrag van Parijs van 30 september 1915. Het verdrag voorziet in de afbakening van de grens tussen Suriname en Frans-Guyana vanaf de monding van de Marowijne tot de samenvloeiing van de Lawa, Litani en Maroni.

De counterpart van Ramdin was de minister van Europa en Buitenlandse Zaken, M. Jean-Yves Le Drain. Met het ondertekenen van de tekst komt een einde aan meer dan een eeuw van onzekerheid op de grens. De afbakening kan nu worden vastgelegd in overeenstemming met de regels van het internationaal recht. Tegelijkertijd kan de samenwerking tussen beide landen worden versterkt bij elke activiteit die verband houdt met het beheer van de rivier zoals handel,  personen- en goederenverkeer. De Marowijnerivier faciliteert ook gezamenlijke oefeningen tussen beide landen, in de strijd tegen illegale acties (illegale goudwinning, mensenhandel, etc).

Ramdin heeft maandag ook met de Franse minister van Overzeese gebiedsdelen, Sebastien Lecornu een verdrag over wederzijdse rechtshulp in strafzaken ondertekend. In de praktijk bestaat deze samenwerking al enkele jaren, zegt de Franse ambassade in een persbericht. Nu heeft die samenwerking een wettelijk kader. De invoering van een geschikt raamwerk was sterk gewenst door de geografische nabijheid van de Surinaamse en Frans-Guyanese gebieden.

Voorts hebben de Franse en Surinaamse autoriteiten een gezamenlijke verklaring getekend over het gedeeld beheer van de Marowijne- en Lawarivier en over de gedeelde ontwikkeling van het grensgebied. "Een nauwe samenwerking tussen beide landen in het belang van de bevolking van het Maroni-stroomgebied is zeer wenselijk."