Het Surinaamse onderwijswiel 2021
31 Jan 2021, 12:30
foto


Wereldwijd heeft de corona-pandemie toegeslagen met als gevolg dat kinderen niet naar school kunnen. Geen enkele samenleving kan zich een verloren generatie veroorloven. Recentelijk zijn er diverse experts in het nieuws geweest en is er ook een debat over onderwijs in DNA aangekondigd. Hard nodig!

Ten eerste: wat verbijstert:
- Het ministerie van Onderwijs staat bekend als een logge organisatie maar is na 6 maanden nieuwe regering nog niet grondig geëvalueerd. Als er in de afgelopen 10 jaar geen opzienbarende vernieuwingen zijn doorgevoerd, waarom verwachten we die nu dan wel met dezelfde mensen in de top? Waar zijn de talentvolle onderwijsvernieuwers?

- Na de slagingsresultaten in augustus jongstleden waren velen zeer enthousiast, ook experts. Pure struisvogelpolitiek. Als vakken niet zijn geëxamineerd en normeringen aangepast, waren die resultaten toch voorspelbaar? Inmiddels wordt de achterstand in het onderwijs steeds groter.
- Afgelopen week kwam het bericht in de ether dat leerlingen onderbouw glo hun boeken mee naar huis mogen nemen. Nu pas? Hoe leerden ze dan al die tijd?  

Ten tweede: een drietal oplossingsmodellen
A- Maak gebruik van beste praktijken.
Van opleidingen waarvan er maar 1 is, moeten de beste docenten worden geselecteerd om lessen digitaal te verzorgen. Neem bijvoorbeeld het Natin met 4 locaties. Vanuit de schoolleiding en intersecties kunnen keuzes worden gemaakt. Neem de beste docent ICT en zet die voor de camera voor instructies voor álle studenten.

Er zijn heel veel mulo en glo scholen. Neem de excellente docenten van scholen met een hoog slagingspercentage. Laat 1 leerkracht de geschiedenislessen 5e klas aanmaken die dan voor alle kinderen worden verspreid. Zo komen de beste docenten voor het scherm en kunnen de andere leerkrachten zich buigen over het interactieve deel zoals het begeleiden van achterblijvers en beantwoorden van vragen van leerlingen voor hun eigen school. Tevens om een leerlingenvolgsysteem aan te leggen. Waarom moeten 100 leerkrachten hetzelfde ding doen terwijl we het met 1 afkunnen?

B- Maak gebruik van onze eigen expertise.
Door de jaren heen zien we weinig output vanuit curriculumontwikkeling. Voor geschiedenis bijvoorbeeld is de methode voor GLO (uit 1983!) vernieuwd, behalve voor de 6e klas. De uitgave van dat deel is in 2010 tegengehouden door de regering Bouterse vanwege een foto. Wat belet het ministerie om met enkele deskundigen het materiaal door te nemen en (wellicht bijgewerkt tot 2020) door te voeren? Benoem hier, en op de lerarenopleidingen, de beste mensen. 

Jarenlang was het IOL voor diverse disciplines de hoogst haalbare opleiding in Suriname en daar zijn veel scripties geschreven waar zeer waardevolle adviezen voor ons onderwijs in staan. Als opleidingscoördinator Nederlands heb ik in 2016 toenmalig minister Peneux als voorbeeld van ondersteuning een scriptie aangeboden over het opheffen van de hiaten tussen de aangeboden leerstof in de methode BV-taal en het mulo-4 eindexamen. De verbindingen waren door student Van den Bosch uitgewerkt. Het ministerie hoefde slechts een 50-tal bladzijden te kopiëren en te verspreiden over de muloscholen, om de lage slagingspercentages voor het vak Nederlands omhoog te krikken. Dit heb ik ook onder de aandacht gebracht van de huidige minister, mevrouw Levens, na een lezing over onderwijs op Grun Dyari.

Van geen van beiden is verder iets vernomen. Ongetwijfeld zijn er veel meer experts (ook vanuit de universiteit of de inspectie) met goede adviezen, die op een goedkope wijze ons onderwijs kunnen verbeteren. Kan er op het ministerie een Denktank worden ingesteld om deze aanbevelingen uit het onderwijsveld te inventariseren, beoordelen en implementeren?    

C- Maak gebruik van technologie.
Natuurlijk moeten we de actuele mogelijkheden inzetten. Op een onderwijstv-kanaal kunnen overdag constant programma’s worden vertoond, zoals die van Fibos en Skoro Doro. Internet is als het wegennet. Je hebt infrastructuur nodig, het netwerk. Daar wordt apparatuur opgezet, aan de uitzendkant én aan de ontvangstkant, waar gebruikers zitten. In Suriname gaat de infrastructuur echter niet van zender naar ontvanger, maar loopt via een hoofdserver in het buitenland. Dat buitenlandse stukje kost veel geld en levert een beperking in bandbreedte op. In tegenstelling tot het wegennet waarover we direct van Paramaribo naar Lelydorp rijden gaan we digitaal via Washington naar Lelydorp.

Internet is momenteel bijzonder slecht, omdat veel beschikbare bandbreedte tijdens corona opgaat aan het streamen van video’s en werken op afstand. Om de garantie te hebben dat digitaal onderwijs gevrijwaard wordt van internetproblemen moet de overheid nu besluiten dat er een aparte server komt voor het onderwijs. Investeer die 5 miljoen US$!
Verder is het noodzaak dat de regering direct de invoer van apparatuur aan de gebruikerskant vergemakkelijkt en de invoerrechten daarop afschaft, in plaats van 20% te eisen. Bedrijven moeten instructies krijgen over een gegarandeerde kwaliteit van de apparatuur (mobiel, pc’s en tablets).  

MinOWC, in alle drie oplossingsmogelijkheden heeft u een sturende rol!
Er zijn leerlingen met thuis technische middelen en veel begeleiding (die overigens een zware wissel trekt op ouders, met veel stress). Andere kinderen (in economisch zwakke gezinnen of het binnenland) ontberen dat. De afstand tussen beide groepen wordt steeds groter en dat kan Suriname zich niet permitteren.
Ons onderwijswiel rolt, maar veel te langzaam! Samen moeten wij het in versnelde beweging brengen en zo moeilijk hoeft dat niet te zijn.
 
Drs. Hilde Neus
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May