Nieuw beleidsplan speciaal onderwijs in ontwikkeling

Woensdag organiseert het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling de eerste van drie seminars over het speciaal onderwijs. Later in het jaar staat een nationale conferentie over dit thema op stapel. De bijeenkomsten moeten nog voor het eind van dit jaar uitmonden in een nationaal beleids- en visieplan voor het speciaal onderwijs voor de komende tien tot vijftien jaar.

Het is de bedoeling om het beleidsplan te ontwikkelen in overleg met alle partijen die zijn betrokken bij het speciaal onderwijs in Suriname. De seminars zijn telkens gericht op een ander niveau; woensdag gaat om het lager speciaal onderwijs. Op de andere twee bijeenkomsten wordt gediscussieerd en overlegd over het voortgezet speciaal onderwijs en het bedrijfsleven.

Speciaal onderwijs (SO) is bedoeld voor leerlingen met een beperking die niet mee kunnen komen in het reguliere onderwijs. Het wordt gegeven op zowel openbare als niet-openbare scholen terwijl er ook bijzondere scholen met een geloofsovertuiging zijn en aparte stichtingscholen.

In totaal telt Suriname momenteel 31 scholen waar speciaal onderwijs wordt gegeven. Er zijn 20 scholen voor lager speciaal onderwijs en 11 voor voortgezet speciaal onderwijs. Het merendeel (25) staat in Paramaribo, Nickerie heeft er twee, Wanica drie terwijl Para één SO-school heeft. In het binnenland zijn geen faciliteiten. Daarnaast zijn er GLO-scholen met aparte zogenoemde SO-klasjes. Ongeveer 300 leerkrachten werken in het speciaal onderwijs. De SO-scholen zijn gericht op leerlingen met een auditieve, respectievelijk visuele, motorische of verstandelijke beperking of op kinderen met en leer- en opvoedingsproblemen. Volgens recente cijfers maken 1284 leerlingen op het lager speciaal onderwijs en in het voortgezet speciaal onderwijs gebruik van SO-faciliteiten.

Om het nieuwe beleidsplan op te stellen heeft de minister van Onderwijs en Volksontwikkeling een commissie geïnstalleerd onder voorzitterschap van Ruben Soetosenojo, beleidsadviseur op het ministerie. Ook worden deskundigen uit het buitenland bij de voorbereidingen betrokken.

De uitgangspunten zijn vooralsnog weinig florissant. In het sectorplan Onderwijs voor de periode 2004-2008 zijn de problemen binnen het speciaal onderwijs al aangegeven. Zo wordt geconstateerd dat het beleid nauwelijks is aangepast aan internationale ontwikkelingen. Daarnaast ontbreekt het aan samenwerking tussen onderwijsinstituten, zijn er weinig doorstroommogelijkheden voor leerlingen en wordt er weinig gebruik gemaakt van diagnostische systemen en testmiddelen.