Ramnandanlal pleit voor samenwerking met oppositie

De oppositie zou niet moeten afgeven op de plannen van de regering die in de begroting voorkomen, maar samen met de coalitie moeten nadenken over een model om de begroting te financieren. Dat is de oproep van parlementariër Henk Ramnandanlal (Mega Combinatie/Palu) tijdens de begrotingsbehandeling. Hij merkt daarbij op dat de huidige begroting door de vorige regering is voorbereid en door de nieuwe regering ingediend.

Volgens Ramnandanlal gaat het niet zozeer om de verschillen van inzicht over welke beleidsdoelen gerealiseerd moeten worden maar om het opraken en wegvallen van de Nederlandse ontwikkelingshulp. Volgens Ramnandanlal is dat een van de belangrijkste pijlers geweest in de financiële realisatie van de overheid. “Die periode wordt afgesloten en we zullen nu samen op zoek moeten naar financiën voor ontwikkelingen die gewoon nodig zijn”, zegt hij.

Ramnandanlal benadrukt dat de huidige begroting niet alleen van de huidige regering is maar ook van de vorige regering die nu in de oppositie zit. Hij wijst erop dat de begroting gebaseerd is op een uitgangspositie van financiering met donormiddelen uit Nederland. Veel van de beleidsuitgangspunten zijn de afgelopen jaren gefinancierd met donormiddelen uit het voormalig moederland. De afgelopen vijf jaar is dat ruim SRD 1500 miljoen geweest. Ook wijst hij er op dat met het overnemen van de begrotingsstructuur van de vorige regering, ook een structuur wordt meegenomen van de begroting waar Nederland de voorkeur aangaf.

Infrastructurele werken

De parlementariër zegt dat met het wegvallen van die donorhulp het voor de nieuwe regering een immense taak is om op eigen kracht de begroting te financieren. Volgens hem is het zaak om in plaats van elkaar af te troeven alle neuzen te richten op een nieuwe inrichting van de economie en daarmee de overheidsbegroting.

Ramnandanlal vindt dat regering hiertoe een goede aanzet heeft gegeven tijdens de algemene politieke beschouwingen. Volgens hem droomt niet alleen de huidige regering van grote infrastructurele werken en andere projecten maar ook de oppositie. Dat is volgens hem gebleken uit de debatten tijdens de begrotingsbehandeling. “Plannen die er kennelijk al waren maar die geen uitvoering konden krijgen in de afgelopen 10 tot 35 jaar. Ondanks de vele miljarden Nederlandse ontwikkelingshulp die zij ontvangen hebben toen zij van de 35 jaar sinds de onafhankelijkheid, 23 jaar aan de macht waren en het beleid bepaalden in dit land”, zegt Ramnandanlal.

Echte Bouterse-begroting komt nog

Ramnandanlal is van mening dat de begrotingen nog te weinig uitademen van datgene wat de regering in de algemene politieke beschouwingen heeft uitgezet. “Mogelijk zijn de afwijkingen van de begroting op het gepresenteerd beleid te wijten aan de weinige tijd die gestoken is in de wijzigingsnota’s. Kennelijk zijn de beleidsmakers te weinig losgekomen zijn van de oude begroting. Een andere verklaring kan zijn dat er nog te weinig is gesproken binnen de coalitie over het uitwerken van de algemene beleidslijnen zoals die zijn uitgezet door de president. De vraag is hoe deze uitgewerkt dienen te worden op ministerieel niveau.” Met zijn betoog onderstreept Ramnandanlal wat eerder zijn coalitiegenoot André Misiekaba heeft bedoeld met zijn woorden dat de “echte Bouterse-begroting” nog moet komen.

Ex-president Ronald Venetiaan die nu oppositie voert voor het Nieuw Front, zegt dat Ramnandanlal niet de indruk moet wekken alsof er helemaal geen donormiddelen zijn overgebleven waarmee deze regering verder kan. Hij somde op dat er projecten in afronding zijn die gefinancierd worden uit Nederlandse donormiddelen zoals de brug van Uitkijk die zaterdag is opgeleverd. Daarnaast is er ruim SRD 800 miljoen aan donormiddelen achtergelaten door zijn regering en “niet te vergeten de verschillende credit lines die verder uitgebouwd kunnen worden.” In reactie op de Ramnandanlals bewering dat de vorige regering beleidsvisies niet heeft kunnen realiseren, zegt Venetiaan dat dromen goed is, maar dat men bij de uitvoering wel realistisch en verantwoord moet blijven.