Studie over criminaliteitsbeeldanalyse moet veiligheid helpen opvoeren

Een wetenschappelijke studie over de criminaliteit geeft justitie en politie de hulpmiddelen om uit de veelheid van delicten een prioriteitsplan vast te stellen. De criminaliteitsbeeldanalyse is een eerste veelomvattende studie van criminaliteit in Suriname.

Het bevoegd gezag beschikt op basis van de wetenschappelijke studie hulpmiddelen om een effectief beleid te maken ter indamming van de criminaliteit.
Een belangrijk uitgangspunt hierbij is de vraagstelling: “welke criminaliteitsvormen in Suriname zouden geprioriteerd moeten worden aangepakt en op welke wijze kan deze gestalte krijgen?”

Continuïteit nodig
Het resultaat is onlangs gepresenteerd aan minister Martin Misiedjan van Justitie en Politie en pg Punwasi. Beiden toonden zich trots op het feit dat Suriname wederom een mijlpaal heeft bereikt in de criminaliteitsbestrijding. Misiedjan sprak zijn erkentelijkheid uit aan eenieder die heeft meegewerkt aan de totstandkoming van dit boekwerk. Een markante uitspraak van de bewindsman was dat met de totstandkoming van de dit boek in ieder geval de “traditionele wijze” van criminaliteitsaanpak is doorbroken.

De minister en de pg vinden dat dergelijke studies gecontinueerd moeten worden en structureel moeten worden ingebed in het criminaliteitsbeleid. Punwasi pleitte voor de instelling van een permanente multidisciplinaire onderzoeksinstituut om dergelijke studies periodiek uit te voeren.

Samenwerking met Nederland
De studie is het resultaat van samenwerking tussen het Korps Politie Suriname en het Korps Landelijke Politiediensten van Nederland. De opdrachtgever is procureur-generaal Subhaas Punwasi. Met de uitvoering was belast een werkgroep onder leiding van de commissaris van politie Krishna Hussainali-Mathoera, hoofd van de Justitiële Dienst. De leden van de werkgroep waren: Bryan Isaacs (auteur), Raoul Hellings (auteur), Hesdy Boumann en Sunildath Baran.

Mathoera zegt aan Starnieuws dat dit boekwerk eveneens aan de president, de vicepresident, de raad van ministers en de voorzitter van De Nationale Assemblee wordt aangeboden. Het document krijgt hierna een openbaar karakter, aangezien ook diverse instanties waaronder de universiteitsbibliotheek zullen worden voorzien van een exemplaar.

Er zal een workshop worden gehouden waarbij diverse instanties in de gelegenheid zullen worden gesteld om hun inzichten over dit onderwerp te geven.