DOE wil complete herinrichting ministerie van OW

De politieke organisatie Democratie, Ontwikkeling en Eenheid (DOE) is voorstander van een complete reorganisatie van het ministerie van Openbare Werken (OW), met nieuwe en betere taakomschrijvingen van de drie directoraten.

De benadering in de huidige taakomschrijving van het ministerie legt niet de nadruk op de belangrijkheid van het beleid voor de sociaaleconomische bedrijvigheid”, zei DOE-fractievoorzitter Carl Breeveld. Hij sprak donderdag bij de behandeling van de begroting in De Nationale assemblee. Volgens hem heeft het huidige beleid veel weg van willekeur en is corruptie-gevoelig.

Beleidsinzichten ontbreken
Hij wees er op dat de gehele particuliere sector van aannemers en ingenieursbureaus afhankelijk is van beleidsmaatregelen van OW. Verder is er een relatie met de handel in en de fabricage van bouwmaterialen en bouwstoffen en de levering van equipement. Een belangrijk verband bestaat er ook met het volgen van de aanpassing aan regionale en mondiale normen en bouwvoorschriften. Ook is belangrijk de rol die OW in samenwerking met het ministerie van Onderwijs (faculteit Technologische Wetenschappen van de universiteit) kan spelen bij de opleiding van het technische kader van ons land. “Deze beleidsdoelen ontbreken vrijwel geheel bij de memorie van toelichting van OW. Zo is het van belang voor aannemers en ingenieursbureaus om te kunnen anticiperen op het te voeren beleid”, zegt Breeveld.

De parlementariër wil van de regering weten of het beleid van het ministerie Handel en Industrie (liberalisatie en aanmoedigen van vrije concurrentie) ook bij het uitvoeren van publieke werken wordt toegepast. Hij wil weten of aanbestedingen openbaar zijn. Vooral de criteria voor de inschakeling van consultants lijken niet te bestaan. Breeveld vroeg waarom er niet algemeen gebruik wordt gemaakt van het meer objectieve en controleerbare twee enveloppensysteem voor consultants. Alleen als het technische voorstel (eerste enveloppe) voldoet aan de criteria, gaat de tweede open.

Nationale bouwnijverheid
Het is onduidelijk in hoeverre OW het als zijn taak ziet om de nationale bouwnijverheid te bevorderen. Breeveld vindt dat de overheid niet bevordert dat er inspraak is in een gestructureerd overleg alsook inspraak van organisaties van aannemers, architecten, ingenieursbureaus, handelaren en fabrikanten van bouwmaterialen. Bij het betrekken van Chinese aannemers, met wie DBF-(design build and finance) contracten zijn afgesloten, krijgen Surinaamse bouwvakkers nauwelijks emplooi.

De laatste jaren werkt OW voor aannemers steeds meer met DBF-overeenkomsten. Hierbij wordt ontwerp (design), uitvoering (build) en financiering (finance) door dezelfde aannemer verzorgd. Doorgaans vindt er geen openbare aanbesteding plaats. Het is dan ook onduidelijk waarom met een bepaalde aannemer in zee wordt gegaan. “Onze fractie mist hierbij het principe van openbaarheid van bestuur. OW laat zich in de regel bijstaan door een adviesbureau waarmee achteraf een contract wordt gesloten voor het houden van toezicht. De consultant heeft geen invloed op het technische of financiële contract tussen OW en de aannemer”, zei Breeveld.

Volgens Breeveld heeft OW weinig belangstelling voor controle op bouwmaterialen en waarborg van kwaliteit. Een onafhankelijk laboratorium voor beproeven en waarborging van bouw- en installatiematerialen, zoals certificering ontbreekt. Ook de norm- en regelgeving ontbreken. Het gaat dus om veel meer dan uitsluitend realiseren van kunstwerken. De bedrijfstak ‘bouw’ wordt volgens Breeveld bijna vrijelijk betreden door buitenlanders, terwijl er geen inspanning is om zelf betrokken te worden bij werken in het buitenland, te beginnen in de Caricom. Onlangs is een groep Surinamers afgestudeerd als stratenmakers. Die zullen werkloos blijven als OW uitsluitend asfaltwegen doet aanleggen door onder andere Chinese aannemers. “Norm en regelgeving zijn daarom belangrijk”, aldus Breeveld.