Urmilla Joella: Vrouwen in VHP moeten betere plaats krijgen

Hoofdbestuurslid Urmila Joella vindt dat de vrouwen die hun sporen verdiend hebben in de VHP, de plaats moeten krijgen die hen toekomt. “Ik doe een beroep op de heren die ‘in het belang van VHP’ bezig zijn, om niet ervan uit te gaan dat zij de dragers zijn van de partij, maar bij de invulling van de posities terdege rekening te houden met alle geledingen in de organisatie”, zegt Joella aan Starnieuws.

Zij pleit ervoor om de vrouwen, die plaats te geven waar ze daadwerkelijk aanspraak op maken, en niet om favoritisme voor deze of gene opzij worden gezet. Zij wijst erop dat de VHP sedert haar oprichting een belangrijke bijdrage geleverd heeft aan de ontwikkeling van het land. “Het is goed te benadrukken dat aan deze bijdrage van de partij ook de vrouwen deel van uitmaken”, stelt de VHP-topper.

Op de voorgrond
Joella merkt op dat de beleidsinzichten van 62 jaren terug en de wijze van uitvoering naar tijd en omstandigheden goed heeft gefunctioneerd. Echter zijn in de loop der jaren de maatschappelijke en politieke omgeving aanzienlijk veranderd. En de VHP zal mee moeten met deze ontwikkelingen. “De hoofdbestuursverkiezing die op 3 juli plaatsvindt, is door ons aangegrepen, als een goed moment om de partij een krachtige impuls te geven in positieve vernieuwingen en hervormingen. Vrouwen, jongeren, kader en niet-traditionele groepen moeten zichtbaar betrokken worden”, vindt Joela.

“In dit proces ben ik vanaf het begin actief en heb heel intensief mijn bijdrage geleverd aan de nieuwe richting van de partij. Er is in de afgelopen zes tot zeven maanden gewerkt aan formulering van het beleid en een gewijzigde werkstructuur. Dit is nodig om de partij in staat te stellen om met meer efficiëntie en effectiviteit de door haar gestelde doelen te realiseren, en verder versterkt de algemene verkiezingen van 2015 in te gaan”, benadrukt Joella. Zij zegt dat in dit proces is onderkend dat de vrouwen die al zolang bescheiden, vaak op de achtergrond hun bijdrage leveren en werken voor de partij, mede op grond van hun kwaliteiten, ook te positioneren in het hoofdbestuur, adviesraad, wetenschappelijk bureau en de nog in te stellen jongerenraad.

Deze vrouwen hebben volgens Joella in vergelijking met sommige mannen die de hoge functies ambiëren en ook mogelijk geplaatst worden, een groter bijdrage geleverd. Zij zijn al langer dan vijftien jaren actief. Als voorbeeld somt Joella op: Sharmila Mansaram, Rewtie Sietaram, Sharda Chandrikasingh, Natazia Kalpoe-Sitaram, Rabia Ghafoerkhan, Malti Sardjoe en Madurie Alibux. Joella vindt dat deze vrouwen hun sporen hebben verdiend en moeten doorstromen. Zij moeten de gelegenheid krijgen om hun kwaliteiten op een ander niveau in te zetten binnen de partij. “Ik zal de komende dagen mij intensiever beijveren voor een goede positie voor deze vrouwen”, kondigt Joella aan.