Morales, die Bolivia bijna 14 jaar lang leidde en zijn eerste inheemse president was, nam op 10 november ontslag en vluchtte naar Mexico. Hij trad af na omstreden presidentsverkiezingen, vorige maand. Het verkiezingsresultaat leidde tot weken van protesten, met als hoogtepunt het ontslag van Morales. Hij zegt dat hij het slachtoffer was van een rechtse staatsgreep.

Sinds hij ontslag heeft genomen, zijn delen van het land verlamd door gewelddadige protesten. Minstens 29 mensen zijn gedood in botsingen tussen veiligheidstroepen en demonstranten, meldde Reuters.

Gedurende de tijd dat Morales aan de macht was, was de relatie van het land met de VS gespannen. In 2008 werden onder voormalige Amerikaanse president George W Bush ambassadeurs uit beide landen uitgezet tijdens een diplomatieke rel.

De rechtse senator Jeanine Áñez verklaarde zichzelf tot interim-president kort na het aftreden van Morales en werd formeel erkend door de VS. Bijna meteen begon ze het beleid van de socialistische ex-leider te keren. Ze verbrak diplomatieke banden met de socialistische regeringen van Cuba en Venezuela, die voorheen twee van de nauwste bondgenoten van Bolivia in de regio waren.

Áñez erkende ook formeel oppositieleider Juan Guaidó van Venezuela als president van het land, in plaats van president Nicolás Maduro. Alle ambassadeurs van Bolivia werden ontslagen, behalve die in het Vaticaan en in Peru.