PALU: Wijziging wet op Staatsschuld moet grondiger
31 Oct 2019, 05:05
foto


De wijzigingen van de Wet op de Staatsschuld hebben een maatschappelijke discussie op gang gebracht met twee schijnbare erg tegengestelde standpunten. Enerzijds vindt men dat de minister van Financiën bestraft moet worden nu het leningenplafond overtreden is en die mogelijkheid in de wet gehandhaafd moet blijven. En anderzijds is de NDP-fractie met een initiatief gekomen om de strafbaarstelling van de minister van Financien te schrappen uit de wet, omdat ‘dat niet zou werken’. De PALU is van mening dat beide standpunten gelijk dan wel ongelijk hebben, omdat ze beide zich baseren op de huidige wet op de Staatsschuld die grote tekortkomingen heeft. Het is een slechte wet die nu met een slecht voorstel tot een papieren tijger gemaakt zal worden. We zullen dit moment juist moeten gebruiken om tot een nieuwe wet op de Staatsschuld te komen naar een meer volwassen ‘schulden beheer’ in onze jonge democratie.

In 2002 bij de aanname van de Wet op de Staatsschuld had de PALU zich op het standpunt gesteld dat de wet een gelegenheidswetgeving was die met veel te veel haast in elkaar was gezet. De wet was opgesteld als reactie op het ‘leenbeleid’ van regering Wijdenbosch en kende daarom een aantal grote tekortkomingen. Zo handelde de wet op de Staatsschuld te veel om leningen alleen. Om die reden bleek in 2010 dat de toenmalige minister van Financiën het binnenlandse obligoplafond had overschreden, omdat de schulden van de staat meer behelzen dan leningen alleen. In 2011 is toen gekozen voor het aanpassen van het binnenlandse (van 15% naar 25% van het BBP) en het buitenlandse obligoplafond (van 45% naar 35% van het BBP). Het voorstel van de PALU was om binnen 2 jaren te komen tot een integrale wijziging van de wet en daarmee over te gaan naar een nieuwe wet.

De nieuwe wet op de Staatsschuld zal zich moeten richten op het vraagstuk van “schulden beheer”. Daarvoor zal een onafhankelijk instituut moeten worden ingesteld die meer doet dan alleen administratief beheren van de staatsschuld. Risico’s van gesloten en te sluiten leningen zullen moeten worden uitgerekend door zo een DMO (Debt Management Organisation) die erop toeziet dat de aflossing van de lening is gegarandeerd. Leningen leiden namelijk niet alleen tot een toename van de schuld. De bestedingszijde van leningen zullen ook onderdeel moeten worden van de registratie en beoordeling en in het verlengde daarvan het aflossingsplan. Leningen die consumptief besteed worden om salarissen en lopende uitgaven te betalen moeten aan beperkingen worden gebonden. Maar leningen die de productie stimuleren en zo leiden tot verhoging van de inkomsten van de staat, zullen aan weinig regels moeten worden gebonden als de risico’s van de investeringen goed zijn afgedekt.

Ook zullen meer 'checks and balances' moeten worden ingebouwd in het besluitvormingsproces tot het nemen van leningen. Belangrijke besluiten voor het nemen van leningen kunnen namelijk voor vele generaties die komen de ontwikkelingskansen verminderen. Het nemen van dit soort besluiten overlaten aan een toevallig daar zittende minister en of president is dan zeer gevaarlijk indien deze als voorbeeld zoo kunnen besluiten om 6 maanden voor de verkiezingen grote leningen aan te gaan om het volk met ‘giften en diensten’ gunstig te stemmen. Bovendien, indien een overschrijding heeft plaatsgevonden van het leningenplafond dan is het kwaad al geschiedt en veel te laat om naar verantwoordelijken te zoeken. Verspreiding van verantwoordelijkheid is daarom erg noodzakelijk. Ressort en districtsraden zullen meer invloed moeten krijgen op de wijze waarop begrotingen tot stand komen, begrote beleidsmaatregelen worden uitgevoerd en als onderdeel daarvan leningen worden genomen. Maar ook het betrekken van de SER bij dit soort besluiten zal opgenomen moeten worden in de nieuwe Wet op de Staatsschuld. Op dit moment worden te veel leningen genomen zonder dat de bevolking merkt dat daarmee problemen in hun directe leef- en woonomgeving wordt opgelost. Als voorbeeld zijn we highways aan het aanleggen met geleende gelden zonder dat de verkeersveiligheid in de ressorten toeneemt en zonder dat de files in en rond Paramaribo afnemen.

De PALU wenst met klem te benadrukken dat de huidige weliswaar slechte wet wel nageleefd moet worden. Indien de wet is overschreden dan zullen de verantwoordelijken voor de gevolgen moeten instaan en vervolgd worden zoals in de wet voorgeschreven. Wet is wet en die moet worden nageleefd. De rechter zal beoordelen of de wet is overschreden of niet. Maar indien we overgaan tot wijziging van de wet dan stelt de PALU zich op het standpunt om dit niet voor de derde keer te doen wederom met een ‘gelegenheidswijziging”. De wijziging van de wet zal veel grondiger moeten plaatsvinden met onze ogen gericht op hoe wij op lange termijn onze democratie en bestuurlijk systeem ingericht willen hebben.
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May