Veteranen pleiten voor museum Surinaams oorlogsverleden
04 May 2011, 19:15
foto
Verschillende hoogwaardigheidsbekleders hebben vandaag kransen gelegd bij het monument van gevallenen.


De Federatie van Surinaamse oud-strijders en ex-militairen pleit voor het opzetten van een museum waar de bijdrage van Suriname aan de Tweede Wereldoorlog bewaard en in stand gehouden kan worden.

Het museum moet bij de gemeenschap het bewustzijn bijbrengen dat Suriname een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan die oorlog en voor het in stand houden van de democratie.
Federatievoorzitter Fred van Russel heeft vandaag bij de 66-ste herdenking van het beëindigen van de Tweede Wereldoorlog gewezen op het feit dat elk jaar weer er minder belangstelling is voor deze herdenking. “Worden we gezien als een raar groepje mannen dat blijft vasthouden aan een onbekend verleden”, vraagt Van Russel zich af.

Meer bekendheid geven
Volgens van Russel is herdenking alleen niet genoeg, maar er moet meer bekendheid en waardering komen voor wat de veteranen hebben gedaan in de oorlog. Hij herinnert er aan dat de oorlog gewonnen is ten koste van miljoenen levens. Van Russel memoreert de vele jonge Surinamers die mede geïnspireerd door een speech van toenmalige koningin Wilhelmina, naar Europa vertrokken om te vechten.

Het aantal aanwezigen bij het monument van de gevallen soldaten is voor Van Russel een aanwijzing dat het bewustzijn er nog lang niet is in de Surinaamse gemeenschap. Hij is blij mee dat de organisatie van deze herdenking nu is in handen ligt van het ministerie van Defensie. De voorzitter van de veteranen hoopt dat dit elk jaar het geval zal zijn. “De herdenking moet een blijvend karakter hebben”, vindt hij.

Grote bijdrage
Bij de herdenking hebben ambassadeur Aart Jacobi van Nederland en Susan Bell, vertegenwoordiger van de Amerikaanse ambassade, de bijdrage van Suriname aan de oorlog onderstreept. Bell zegt dat de bijdrage niet alleen heeft bestaan uit militairen, maar dat 60 procent van de aluminiumindustrie van de geallieerden afhankelijk was van bauxiet uit Suriname. “De Surinaamse militairen gaven hun leven voor het onrecht en het kwaad dat zij zagen”, zegt Jacobi. Volgens hem zijn drie generaties voorbij gegaan na de oorlog. Velen weten niet hoe mensen hun leven hebben ingezet tegen geweld en onderdrukking. Hij stelde de veteranen als voorbeeld en wees op het belang om hen te blijven eren. Volgens hem zijn zij een bron van inspiratie.

Minister Lamuré Latour van Defensie vindt dat gerust gesteld mag worden dat de oorlog mede ten einde kwam door de moed en gedrevenheid van de Surinaamse strijders die toen als onderdanen van Nederland mee hebben gevochten. Hij vraagt begrip voor het feit dat de oud-strijders met alle emoties de oorlog hebben meegemaakt. Enkelen zijn gesneuveld geëxecuteerd of verdronken. “Het is daarom gepast om de voorvechters van de wereldvrede jaarlijks op eervolle wijze te gedenken”, zegt hij. De minister staat stil bij dat de oud-strijders ouder worden en de organisatie van deze activiteit niet meer volledig op zich kunnen nemen. Latour verzekert dat deze traditie niet verbroken wordt. Het ministerie zal zorgen voor de voortzetting van de herdenking.
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May