Mahadew is het oneens met de raadslieden Murwin Dubois en Irene Lalji die aanvoerden dat het OM niet-ontvankelijk verklaard moet worden, omdat een onbevoegde persoon de aangifte gedaan heeft. De vader van het kind had de aangifte gedaan. Volgens de verdediging was hij niet de bevoegde persoon daartoe, aangezien de moeder van het kind de wettige gezagvoerder is over haar. Mahadew stelde dat het wel mogelijk is wanneer vaststaat dat de klachtgerechtigden ten tijde van de aangifte vervolging wensten. De moeder van het kind heeft duidelijk aangegeven dat ze vervolging wenst. Ze benadrukte dat de zienswijze van de verdediging niet in stand kan blijven. 

Vervolgens ging Mahadew in op de kwestie van het sperma. Op de jeansbroek van het kind is er sperma aangetroffen. De verdediging heeft gesteld dat het sperma niet van de verdachte afkomstig is, maar van een derde mannelijke persoon. Volgens de verdediging kan het sperma eventueel van de vader van het kind zijn. Mahadew is de mening toegedaan dat het aangetroffen spoor op de jeansbroek geen sperma is. Dit stelt ze aan de hand van het verkregen resultaat van het onderzoek door het DNA Forensisch Laboratorium. 

Er werd een DNA-mengprofiel aangetroffen van minimaal drie personen. Het hoofdprofiel is afkomstig van een vrouwspersoon. Van de twee overige personen moet eentje man zijn van geslacht. Mahadew voerde aan dat het DNA- rapport als ondersteunend materiaal dient in strafzaken. Dit kan belastend of ontlastend werken. Maar, het bewijs kan niet alleen op dit rapport gebaseerd zijn, zei Mahadew. Ze verwees naar het tactische gedeelte van het onderzoek. Op 4 november komen de raadslieden aan het woord in deze strafzaak.