VN-top: Adhin roept op tot meer toegang tot financiering
27 Sep 2019, 00:02
Vicepresident Ashwin Adhin heeft op de VN-top opgeroepen tot meer klimaatfondsen. (Beeld: VN)
Ontwikkelingslanden
hebben sinds 2007 minder dan US$ 2 miljard aan klimaatfinanciering ontvangen.
Dat is minder dan 14% van alle gecommitteerde klimaatfondsen. Suriname heeft
met het oog op de gevolgen van klimaatverandering in februari de eerste topontmoeting
georganiseerd voor High Forest
cover Low Deforestation (HFLD) landen. Vicepresident
Ashwin Adhin zei vandaag op de 74e
Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York dat hij het eens is
met de secretaris-generaal dat dit het moment is voor actie en niet voor 'lege'
toespraken en beloften als het gaat om klimaatverandering.
De 27
deelnemende ontwikkelingslanden hebben tijdens de ontmoeting in Paramaribo een
gemeenschappelijke verklaring over HFLD mobilisatie van klimaatfinanciering
aangenomen.Deze HFLD-landen
hebben zich ertoe verbonden actie te ondernemen en hun toegang tot
klimaatfinanciering te vergroten om hun bossen te behouden, vertelde Adhin op
de VN-top. Suriname heeft het mandaat van deze groep te leiden bij het bereiken
van gezamenlijke doelstellingen zoals verwoord in de Verklaring van Paramaribo.
"Daarom roepen we op tot een sterke ambitie en meer acties voor
wereldwijde mitigatie en aanpassingsinspanningen met name toegang tot
financiering."
Voor
wat betreft de lopende handelsgeschillen tussen grote internationale spelers,
zei de vicepresident dat hij deze als een serieuze uitdaging beschouwt met
ver strekkende gevolgen voor onze lokale economieën. "In dezelfde geest verzetten wij ons sterk tegen het plaatsen
op dezwarte lijst en de willekeurige
inbeslagname van middelen, zonder rekening te houden met de ernstige gevolgen
voor de economische stabiliteit van landen." Hij voegde eraan toe dat deze
"ongewenste acties" grote obstakels, buiten de controle van vele
naties, blijven.
In een adem
zei Adhin dat Suriname op dezelfde manier de voortzetting van het meer dan een
halve eeuw oude economische, financiële en commerciële embargo tegen Cuba en
zijn bevolking ten stelligste afkeurt. Herhaaldelijk heeft de overgrote meerderheid van de landen
zich tegen dit embargo uitgesproken, stelde de vicepresident. "Je kunt je
afvragen of het nu, eindelijk, niet de tijd is om te begrijpen dat voortzetting
van deze maatregelen contraproductief was en zal blijven."
Hij noemde
de classificatie van Suriname als een land met een gemiddeld inkomen, een
obstakel om de Sustainable Development Goals
(SDG's) te bereiken. Net als vele ontwikkelingslanden, waaronder het Caribisch
gebied, is deze classificatie alleen gebaseerd op het bbp per hoofd van de
bevolkingen weerspiegelt deze onze
kwetsbaarheden niet, stelde Adhin. "We verwerpen ten sterkste deze
onrealistische classificatie die alle uitdagingen negeert waarmee we worden
geconfronteerd en die met spoed moeten worden aangepakt." Hij stelde dat
toegang tot concessionele financiering voor onze ontwikkeling van cruciaal
belang is voor een snellere uitvoering van de Agenda 2030.