“Heren, ik
stel voor dat we met een stevige borrel het moment gedenken dat er officieel
een einde is gekomen aan de grootschalige bauxietindustrie in Suriname.”
“Ja, ben ik
mee eens, een toast van rouw. De bauxietindustrie is verleden tijd en
hoogstwaarschijnlijk nooit meer terugkomende toekomende tijd.”
“Toch
klampen velen zich nog vast aan de ijdele hoop dat deze industrie weer op te
starten is.”
“Waste of
time. Als een multinational zegt: ik sluit de tent, dan is de commercieel
winbare reserve op.”
“En
West-Suriname dan?”
“Die hap
laagwaardige bauxiet daar is oninteressant; uit de verkoop haal je je kosten er
bij lange na niet eruit. En bauxiet is wereldwijd allesbehalve schaars.”
“Vincent
heeft ons ingeschonken, dank je. Heren, hef het glas.”
“Meester,
voert u het woord bij deze Wijldronk.”
“Hoe noem je
dit?”
“Geen
heildronk die verdronk, maar een wijldronk die kwijl klonk, dus we drinken op
iets dat nu wijlen is.”
“Leuke
vinding. Goed, heren, ik breng bij dezen dus een wijldronk uit op het heengaan
van onze bauxietindustrie.”
“En op het
voortijdig beëindigen van de Brokopondo-overeenkomst, afgekort BO.”
“Meester,
kunt u zoals we doen bij een overleden persoon, ook het geboorte- en sterfjaar
van deze veelbesproken overeenkomst noemen?”
“Goed. De Brokopondo-Overeenkomst werd na heftige beraadslagingen in
januari 1958 met 12 stemmen voor en 8 tegen door ons parlement goedgekeurd.
Geldigheidsduur van de BO: 75 jaar.”
“De
gemiddelde leeftijd van een persoon in een ontwikkeld land.”
“En wie
tekenden de geboorteakte van onze BO?”
“Op
maandagmorgen 27 januari 1958 tekenden namens de regering van het rijksdeel
Suriname de toenmalige minister-president dr. Johan Ferrier en gouverneur Jan
van Tilburg de BO en namens de Alcoa tekende de vicepresident de heer Laurence
Litchfield jr.”
“En alsof er
een straf werd uitgesproken viel de Eenheidsfrontregering van Ferrier enkele
maanden hierna en nam de NPS, gesteund door de VHP en de PSV op 8 juli 1958 de
regeermacht over met een door J.A. Pengel samengesteld kabinet onder leiding
van minister-president S.D. Emanuels, die de BO verder uitvoerde.”
“Door velen
wordt deze regering de beste regering genoemd die ons land ooit heeft gekend.”
“En hoe
staat het met de overlijdensakte van de Brokopondo-overeenkomst, meester?”
“Die werd op
vrijdag 30 augustus 2019 met 29 stemmen voor en 13 tegen om 11 uur in de
ochtend goedgekeurd.”
“En alsof de
duvel ermee speelt valt de stroom in de middag uit.”
“Deze keer
was het een flinke vlieger, zag je niet de foto in de krant? De vorige keer,
enkele jaren terug, was het een awari.”
“Ik vind dat
we deze vlieger moeten inlijsten en exposeren met als ondertitel: ‘niet een
terroristische aanval, geen aardbeving of hurricane, maar deze simpele vlieger
zette op 30 augustus 2019 zeker driekwart van de huishoudens in ons land
urenlang zonder elektriciteit.”
“En sommige
gestoorde figuren, veelal van overzee, schreeuwden moord en brand op face book
dat het een daad van sabotage was, omdat Bouta met 29 jaknikkers gedaan had
gekregen dat de BO voortijdig werd beëindigd.”
“En op 31 december 2019 wordt de stuwdam met het betonnen middengedeelte waarin de krachtcentrale met vijf turbines
zitten, dus, van ons.”
“Van ‘ons?
Je bedoelt: het wordt via via van de NV Dielip-Walgdijk.”
“Want om die
dam draaide het al die tijd.”
“Zij, en
vooral Ikke-de-dikke, hebben zoveel gestort in de verkiezingskas, dan kom je me
zeggen dat tant’Jenny & een paar Co’s en een armzalig samenraapsel van oude
buitenparlementaire activisten tegenstribbelen? Alleen omdat ze ‘onze’ Dielip
de dam niet gunnen?”
“Je mag als
coalitielid zaken uitkraaien en ‘uithopkinsen’ of boos uit de vergadering
‘jenny-en’ hoeveel je wil, doe maar, maar wee jouw gebeente als je tegen
beëindiging van de BO stemt. Durf! Durf tegen de macht van ‘das Kapital’ te
vechten. Durf!”
“Meester,
even, dat betonnen middengedeelte is toch die stuwdam?”
“Nee, mijn
jonge vriend, die aarden dam om het water te stuwen loopt van de heuvel op de
ene oever, dwars door de vallei van de Surinamerivier naar de heuvel op de
andere oever en heeft een lengte van 1913 meter, dus bijna 2 kilometer. Dat is
die stuwdam. In het midden, in feite op het laagste punt is die betonnen
doorlaat met die turbines gebouwd.”
“O, dus
dat!”
“Wil je nog
meer cijfers? Want jullie jongeren schreeuwen wel een hoop paniekerige dingen
en denken daarmee bij de komende verkiezingen zetels te halen, maar jullie zijn
ondanks gepost op face book zeer slecht over onze politieke historie en cultuur
geïnformeerd.”
“Meester, is
dat misschien ook mede de schuld van jullie ouderen, die verzuimd hebben deze
informatiemet ons te delen?”
“Ja,
misschien heb je gelijk, jongere vriend.”
“Jongeren
denken dat de wereld met hun begint.”
“En ouderen
denken dat de wereld met hun vergaat.”
“Kunt u dan
nog wat data geven over de dam?”
“Nou,
volgaarne. Bij de bouw waren ruim 2300 arbeiders betrokken. Voor een groot deel
daarvan was er een compleet dorp te Afobaka gebouwd. Ter plekke was er ook een
complete betonfabriek, die round the clock draaide. Voor het betonnen gedeelte
van de dam is er zo een driehonderdduizend kubieke meter beton gestort. Het
stuwmeer dat eerst maar niet goed vol wilde lopen, bevat maximaal 8 miljoen
kubieke meter water. Het is echter een plat stuwmeer, alleen vlak achter de dam
zo een 43 meter diep, waardoor hij vooral in de droge tijd gauw kan leeglopen
als alle 5 turbines worden gebruikt.”
“Oh, wilde
men om die reden toen al het water van de Jaikreek, de grootste zijtak van de
Tapanahony, in de regentijd opstuwen en in de droge tijd over de heuvels te
leiden om via de Marowijne- of Grankreek kreek extra water het stuwmeer in te
lozen?”
“Klopt al
een bus, schitterend plan dat maar steeds werd uitgesteld, tot zelfs een
paar jaren terug, tijdens de regering Bouta-1, toen Staatsolie genoeg geld had
om het uit te voeren.”
“Waarom is
het niet doorgegaan?”
“Kortzichtige
politiek? Wie weet. Net zoals we nu treuzelen om zwaar te gaan investeren in
Nickerie om een flinke hap mee te verdienen als de aardolieproductie voor de
kust van Guyana op gang komt.”
“Oeverloos
babbelen en om de hete brei draaien, daar zijn we meester in. Maar zelf aan de
slag gaan…. Ho maar, dat is niet onze sterkste kant.”
“En maar
schelden op de witte man als die dat wel doet en er met de buit vandoor gaat.”