Een vijftal jaren geleden is Stichting Onderwijs der EBGS gestart met
de ontwikkeling van een curriculum voor een vierjarige lesmethode voor het VOJ,
getiteld Levensbeschouwelijke Vorming
(afgekort LeVo). Het eerste deel werd in het schooljaar 2016-2017
geïntroduceerd op de EBGS scholen (MULO en LBO). Het laatste deel is recent
afgerond en wordt (met de handleiding voor de leerkrachten) het komend
schooljaar (2019-2020) dan ook in de vierde klas aangeboden. Hiermee is het
lesmateriaal beschikbaar voor alle klassen van het VOJ.
Onder
leiding van de directeur van de stichting, Mildred Demon, heeft een groep van 7
mensen uit verschillende disciplines zich bereid verklaard een aantal jaren aan
de ontwikkeling van het curriculum LeVo te werken. De keuze voor het vak LeVo
is gestoeld op de unieke mogelijkheden die het biedt om iets te doen aan het
bevorderen van de eenheid van het Surinaamse volk. Tientallen jaren is goed
geïnvesteerd in het cultiveren van de verscheidenheid in ons land, zodanig dat
deze zelfs kenmerkend is geworden voor onze samenleving.
De
doelen die wij (de leden van de opstellingscommissie) met het vak
Levensbeschouwelijke Vorming bij de leerlingen nastreven, zijn onder meer de volgende:
- Aandacht
geven aan hun persoonlijke en religieuze levensbeschouwing;
- Laten zien
wie ze zijn en hoe en waardoor hun persoonlijkheid gevormd, beïnvloed of
bepaald wordt;
- Verkennen
van vele levensbeschouwelijke stromingen en godsdiensten;
- Leren omgaan
met diversiteit en met het verschil in opvattingen;
- Waarden
ontwikkelen voor ethisch verantwoorde keuzen;
- De zin van
het bestaan duidelijker te zien;
- Eigen denken
stimuleren en eigen levensvragen aan de orde stellen.
Zoals eerder
al gemeld is dit curriculum bestemd voor de VOJ-leerlingen en men zou terecht
de vraag kunnen stellen of dit niet allemaal te hoog gegrepen is voor deze
jonge adolescenten. Eén van de meest kenmerkende eigenschappen van leerlingen
in deze ontwikkelingsfase is immers de sterke egocentrische beleving van de
wereld om zich heen en de geringe geneigdheid tot reflectie en nuancering.
Wij zijn en
waren ons terdege bewust van deze beperkende factor, maar we hebben gemeend dit
te kunnen ondervangen door de manier waarop het curriculum is opgezet. Wij
hebben voor het vierjarig curriculum een cyclische benadering gekozen. In elk
leerjaar worden drie vormingsdomeinen aan de orde gesteld, te weten: - Kijk op
jezelf, - Kijk op God, - Kijk op de
wereld.
Tot
slot was dit gehele project nooit tot stand gekomen zonder de bevlogenheid en
passie van een aantal zeer deskundige mensen die zich belangeloos voor vele
jaren aan de zware taak van het ontwikkelen van het curriculum en het
samenstellen van de werkboekjes voor de leerlingen en de handleidingen voor de
leerkrachten hebben gecommitteerd. De groep bestaat uit de personen: Mildred Demon, drs. ds. Sandra
Panka-Bijlhout, ds. Urmie Mingoen (MTh), Rutu Paulus, mr.
drs. Joyce Williams, ds. Lydia Esser-Sedney en drs.
Rupport Clements.
Wij moeten
zeker nog de namen noemen van twee mensen die een substantiële bijdrage hebben
geleverd aan het welslagen van dit project, namelijk Robby Parabirsing (Rappa)
voor het met eindeloos geduld doornemen van alle teksten en die te corrigeren
op leesbaarheid, eenduidigheid etcetera, en Ramon Kensenhuis die het
EBGS-onderwijs en het Surinaamse kind een warm hart toedraagt en die dit
project met zijn financiële bijdragen flink heeft ondersteund. Last but not least willen wij al die
leerlingen, leerkrachten en ouders of verzorgers bedanken, die de afgelopen
jaren enthousiast aan dit project hebben meegewerkt.
Wij staan open voor alle suggesties en kritische kanttekeningen en wij
zullen ons blijven inzetten voor een betere toekomst van het Surinaamse kind!
De
samenstellingscommissie LeVo
Rupport
Clements
Het volledig artikel kunt u als pdf
file downloaden!